Boerenleenbank Vierlingsbeek
ongeveer 300 bedrijven bij het onderzoek en
dus bij de gehanteerde gemiddelden betrok
ken zijn. Het LEI heeft echter bij de voortzetting
van deze studies al een groter aantal bedrij
ven in haar administratie opgenomen. Ook ver
namen wij van het LEI, dat men in de toekomst
een groter aantal gebieden in de onderzoekin
gen wil opnemen waardoor verfijningen kun
nen worden aangebracht als bijvoorbeeld een
vergelijking tussen grote en kleine bedrijven,
tussen bedrijven met een jonge of oudere
ondernemer, met veel of weinig eigen vermo
gen. Juist deze verfijningen zijn van groot be
lang met het oog op de hervorming van de
landbouwstructuur. Dan immers zal men kun
nen nagaan hoe de produktie op grote schaal
het arbeidsinkomen beïnvloedt en hoe, in ver
band met de dan zeker wel gewijzigde finan
ciële structuur, het overige inkomen en daar
mee uiteindelijk de vermogensmutaties zullen
veranderen. Uit het onderzoek is al wel geble
ken, dat de gezinsbedrijven in de huidige con
stellatie, met een groot aandeel van vrouw en
kinderen in de arbeidsprestatie en met een
gunstige verhouding tussen eigen en vreemd
vermogen, ondanks lage prijzen nog geruime
tijd door kunnen blijven produceren. Bij de
landbouwer in kwestie moet dan echter wel de
vraag opkomen of hij en zijn meewerkende
kinderen niet beter elders kunnen gaan wer
ken.
355