ning van Refaja sterk overtekend, zodat bij de toewijzing een aanzienlijke reductie moest worden toegepast. De twee andere leningen werden juist voltekend. Gasunie Een veel groter beroep - en tegen een lagere rentevoet - werd op de kapitaalmarkt gedaan door de Gasunie, die op 14 mei de inschrijving openstelde op een 20-jarige obligatielening van 100 miljoen gulden. Ook deze lening werd pari uitgegeven, de jaarrente beliep 71/2 pro cent. De lening werd in hoge mate overtekend, zodat de inschrijvingen slechts ten dele kon den worden toegewezen. Voor het lopende jaar 1969 verwacht de Gasunie een totale fi nancieringsbehoefte van 400 miljoen gulden, waarin doorvroegere leningen reeds voor 140 miljoen gulden werd voorzien. Na de hier ver melde emissie resteert dus een middelentekort van 160 miljoen gulden en men kan de Gasunie dus ook dit jaar weer op de kapitaalmarkt te rugverwachten. Certificaten van aandelen Naast deze obligatie-emissies vond tenslotte één uitgifte plaats van certificaten van aande len. Het was een claim-emissie van Gist-Bro- cades nv te 's-Gravenhage, waarbij de claim van nominaal 1.000 gulden bestaande aande len of certificaten van aandelen recht van voor keur gaf op inschrijving tot nominaal 100 gul den. Een verhouding dus van 1 op 10. Daar het geplaatste aandelenkapitaal van de maat schappij tot dusver 29.640.000 gulden be draagt, beliep de emissie nominaal 2.964.000 gulden. Dit bedrag werd geplaatst tegen een koers van 800 procent, hetgeen betekende dat de emissie bijna 24 miljoen gulden opbracht. De aldus aangetrokken middelen dienen tot dekking van in het concern te verrichten nieu we investeringen, die in 1969 circa 75 miljoen gulden zullen vergen. Het resterende gedeelte van dit bedrag wordt gefinancierd uit de cash flow, die in 1968 33 miljoen gulden beliep, en uit reeds ter beschikking staande middelen. 349

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 59