1630, verklaart de schilder Jan Woutersz. Stap
onder meer 'out dertigh jaere' te zijn, waardoor
zijn geboortedatum in 1600 of in 1599 moet lig
gen. Het enige wat we van zijn levensloop te
weten zijn gekomen is via diverse aktes. Hij
trouwde een zekere Barbara Andries van Emb-
den, en in twee doopaktes worden hun namen
genoemd als de ouders van een dochter Maria
en een zoon Wouter. Een korte aantekening in
een register vermeldt de dood van Jan Wou
tersz., schilder, in februari 1663. En dat is alles.
In 1937 noemt Arthur van Schendel Jr. in het
tijdschrift Oud Holland dertien schilderijen, die
met zekerheid aan Jan Woutersz. zijn toege
schreven. Men vermoedt dat er nog wel meer
schilderijen van Jan Woutersz. Stap zullen op
duiken.
De voorstelling
In het schilderij 'Het kantoor van de rentmees
ter' vallen het eerst de handen van de figuran
ten op. De belangstelling die Jan Woutersz.
had voor handen is bijzonder groot. Op al zijn
stukken spelen deze een grote rol; zij moeten
de hoedanigheid en de gemoedsgesteldheid
van de figuren uitdrukken. Men krijgt soms -
evenals dat bij dit schilderij het geval is - de
indruk, dat de handen niet steeds organisch
met de figuren verbonden zijn. En ofschoon hij
veel aandacht besteedde aan het schilderen
van handen, blijven deze vreemd genoeg vaak
plompe ledematen, als met gerimpeld leer
overtrokken. In een akte waarbij diverse getui
gen optraden verklaart er een, dat Jan Wou
tersz. hem had uitbetaald voor het poseren en
'die sijn getuyge's hant in het voornoemde
schilderij schilderde'; verder dat de getuige
'omtrent 4 uren nae waghte', waaruit blijkt dat
326