HET KANTOOR VAN
DE RENTMEESTER
UIT DE BOERENLEENBANK-KALENDER
De raadselachtige Johannes Woutersz. Stap
Een toevallige ontdekking van enkele archief
stukken hebben op de schilder Jan Woutersz.,
zoals hij in de wandeling wordt genoemd, een
geheel nieuw licht geworpen. Werd Jan Wou-
1 tersz. vroeger op grond van zijn werken als
een eenzame voorloper van Frans Hals be
schouwd en als tijdgenoot van Marinus van
Roemerswaele, recente onderzoekingen heb
ben aangetoond dat de schilder Jan Woutersz.
Stap niet omstreeks het midden van de zes
tiende eèuW leefde en werkte, maar in de eer
ste helft van de zeventiende eeuw. Zo'n tach
tig jaar later dus. Hoewel zijn geboortedatum
en sterfdatum ongeveer bekend zijn, en wij nu
ook weten wanneer hij het grootste deel van
zijn thans bekende werken heeft gemaakt, blijft
hij een van de raadselachtigste figuren uit de
Nederlandse kunsthistorie. Hoe immers is het
te verklaren dat de onderwerpen van zijn schil
derijen, de kostuums waarin hij zijn persona
ges schildert en zijn gehele stijl van schilderen
teruggaat tot een bepaald in Zuid-Nederland
tot bloei gekomen genre, het realistische schil
deren van het volksleven, terwijl Jan Woutersz.
in Amsterdam woonde en werkte, waar de Am
sterdamse school juist in die tijd haar invloed
het krachtigst deed gelden? Hoe heeft de
schilder zich zo volkomen kunnen isoleren, dat
hij, voortbouwende op allang afgedankte en
vergeten vormen, zich bijna geheel heeft kun
nen onttrekken aan de invloed van de alge
meen geldende opvattingen? Men neemt aan,
dat de keuze van zijn onderwerpen - kantoren
van notarissen, rentmeesters, goudwegers en
zovoort - verband houden met de voorkeur van
zijn cliënten. Ook is het waarschijnlijk dat Jan
Woutersz. een aantal werken van de groep Jan
Massys, Marinus van Roemerswaele en Jan
Sanders van Hemessen over deze onderwer
pen voor ogen heeft gehad.
In een akte, die verleden werd ten overstaan
van een notaris in Amsterdam op 23 januari
325