opzet van het fonds zodanig is gemaakt dat
bijdragen aan het fonds ten iaste mogen wor
den gebracht van de fiscale winst. Tenslotte
verklaarde de voorzitter de ontwikkeling voor
lopig even te willen afwachten. Op de eerst
volgende Centrale Kringvergadering zal het
bestuur van het fonds moeten worden samen
gesteld. Daarna kwam voor de heer Mertens
het ogenblik om afscheid te nemen van ir.
J. B. ridder de van der Schueren, plaatsvervan
gend president van de raad van toezicht, die
aftrad vanwege het bereiken van de statutaire
leeftijdsgrens. De heer Mertens dankte de
heer De van der Schueren voor de prettige
manier waarop hij zich steeds heeft ingezet
voor de centrale bank, ondanks het feit dat
hij vele andere functies bekleedde. De schei
dende plaatsvervangend president zei in zijn
afscheidswoord, destijds de benoeming met
te meer genoegen te hebben aanvaard omdat
hiermee een familietraditie, zij het dan niet bij
dezelfde instelling maar toch wel in het agra
rische vlak, werd voortgezet. Hij dankte voor
het in hem gestelde vertrouwen en hoopte op
een lager niveau (letterlijk bedoeld: in de zaal)
nog vaak tussen zijn vrienden te mogen ver
toeven. Hij wenste de boerenleenbank een
bloeiende toekomst toe.
Van de volgende rondvraag werd gebruik ge
maakt door de heer Van den Berg van de boe
renleenbank Luyksgestel. Hij stelde dat door
de ontwikkeling in de agrarische sector de
landbouw financieel danig was verzwakt en
zag de dooreen werkgroep aanbevolen Grond
bank als een soort socialisatie. Hij hield een
warm pleidooi voor 'boerenland in boeren
hand' en stelde, dat men in plaats van een
Grondbank beter een financieringsinstituut
voor de inventaris op zou kunnen zetten.
De heer Mertens legde hierna de bedoeling
uit van de Grondbank, die overigens, aldus de
voorzitter, nog maar in het stadium van de stu
die verkeert, en hij beklemtoonde daarbij de
grote financiële moeilijkheden die veelal ont
staan bij bedrijfsovername in de landbouw.
Tot slot dankte de heer Vijverberg van de boe
renleenbank Naaldwijk het bestuur en de di
rectie voor het gevoerde beleid, dit ondanks
of wellicht juist door het feit dat er wel eens
meningsverschillen zijn geweest. Hierop merk
te de voorzitter op, dat hij zeer veel waarde
hechtte aan een goed samenspel en aan een
goede samenspraak tussen de boerenleenban
ken en de centrale bank.
Hierna sloot de voorzitter de vergadering.
218