ming voor de vacatures bij de beheerscol-
leges van de centrale bank aan de orde ge
steld. Na het tellen van de stemmen bleek, dat
overeenkomstig de voorstellen waren geko
zen de heren C. J. Biemond, C. J. F. Oomen,
C. G. A. Mertens, ir. G. A. A. Horsmans en mr.
J. L. M. Niers. De uitslag betekende, dat de
heer G. A. A. Horsmans voor het eerst in de
raad van toezicht werd opgenomen. De heer
Horsmans dankte de raad van toezicht voor
haar aanbeveling en de vergadering voor het
in hem gestelde vertrouwen.
Na de pauze, waarin zoals gebruikelijk brood
jes met koffie werden geserveerd, kwam het
voorstel tot wijziging van de statuten van het
Onderling Waarborgfonds en het voorstel tot
samenstelling van het beheerscollege van het
Onderling Waarborgfonds aan de orde. Na
een toelichting van de voorzitter werden de
voorstellen zonder hoofdelijke stemming aan
genomen. Hierna werd het voorstel tot partiële
statutenwijziging van de CCB met vaststelling
van reglementen en kringindeling in behande
ling genomen. De heer Mertens lichtte de voor
stellen toe, waarbij hij onder meer het feit ver
meldde dat door de instelling van de Centrale
Kringvergadering ook personeelsleden van de
plaatselijke banken inspraak krijgen in het be
leid van de centrale bank. Nadat een vraag
van de heer Klootwijk uit IJsselmonde door de
voorzitter en door mr. Van Campen was be
antwoord, werd dit voorstel eveneens zonder
hoofdelijke stemming aangenomen. De heer
Mertens dankte de leden van de Commissie
van Advies en de functionarissen van de cen
trale bank voor hun levendige vergaderingen
en hun goede inbreng.
Vervolgens kwam het voorstel tot oprichting
van de Stichting Internationaal Ontwikkelings
hulp door boerenleenbanken aan de orde met
de nota van wijziging op het genoemde voor
stel. Na een uiteenzetting van de heer Mertens
over het hoe en waarom van het Ontwikke
lingsfonds, werd door de heer J. Dudink van
de boerenleenbank Obdam gevraagd, of de
bijdrage van de boerenleenbank op geheel
vrijwillige basis zou geschieden, wat de heer
Mertens bevestigde. Daarna vroeg de heer
Klootwijk van de boerenleenbank IJsselmonde
zich af, waarom ten aanzien van de bijdrage
van de centrale bank (die even groot zal zijn
als die van de boerenleenbanken te zamen) niet
de toevoeging in de stukken was opgenomen,
dat deze slechts zou worden verleend voor
zover de resultaten van de CCB dit zouden
toelaten. De heer Mertens verwachtte dat de
bijdrage van de plaatselijke banken zodanig
zal zijn, dat de bijdrage van de centrale bank
zeker binnen de grenzen van het mogelijke
zou blijven.
De heer Klootwijk toonde zich hiermee echter
niet tevreden, waarop voorzitter Mertens uit
eenzette, dat de directie haar opdracht binnen
het kader van de statuten moet uitvoeren en
dat de algemene vergadering, als de hoogste
macht in de organisatie, later altijd bij de goed
keuring van de balans- en resultatenrekenin
gen correcties zou kunnen aanbrengen als zij
dat nodig zou vinden. Na deze discussies
werd het belang van de ontwikkelingshulp nog
eens onderstreept door de heer Van Berkel
van de boerenleenbank Boxtel, die zei uit
eigen ervaring te weten hoe belangrijk de ont
wikkelingshulp is; hij dankte daarom de initia
tiefnemers van dit fonds. De heer Mertens
dankte de heer van Berkel voor diens harte
lijke woorden, waarop mr. Van Campen nog
eens onderstreepte dat op de centrale bank
216