1
weinig op vooruit en belandde zo op een saldo
van 259 miljoen gulden. Dit ondanks het feit
dat het bepaalde betalingen moest doen, on
der meer voor de aflossing van schatkistpa
pier, dat in het verleden bij de Nederlandsche
Bank was ondergebracht ter financiering van
guldenstrekkingen door het Internationale Mo
netaire Fonds. De Agent van het ministerie
van Financiën verscheen echter als geldvra-
gende partij op de markt met in zijn 'mandje'
kasgeldleningen van allerlei termijnen, varië
rende van 1 tot 6 maanden, tegen prijzen van
6% en 71/s procent. Al maakt de Agent derge
lijke opnamen niet bekend, geschat werd dat
het rijk in die dagen op deze wijze circa 70
miljoen gulden verkreeg, waarmee dus de iets
verbeterde situatie van de schatkist was ver
klaard.
Maart roert zijn staart
Alle hoop voor de geldmarkt was gesteld op
de vijftiende van de maand, de dag waarop de
markt zou worden verruimd met 's rijks beta
lingen aan de gemeenten. Deze werden ge
schat op circa 400 miljoen gulden. De forse be
lastingbetalingen echter gooiden weer eens
het bekende roet in het eten. Naar valt af te
leiden uit de weekbalans van de Nederland
sche Bank per 21 april, daalde het saldo van
de schatkist uiteindelijk met 'slechts' 135 mil
joen gulden tot 124 miljoen gulden. De ban
ken waren er hierdoor wel iets beter voor ko
men te staan maar hun toestand was nog verre
van rooskleurig! Ze waren in staat om 162
miljoen gulden van de dure voorschotten af
te lossen, waardoor dit saldo op 305 miljoen
gulden werd gebracht. De geldmarktsituatie
bleef echter - alle hoop en verwachtingen ten
spijt - krap. Tegenvaller onder meer was na
melijk het feit dat van de maartultimo onge
veer voor 120 miljoen gulden aan bankpapier
in circulatie was gebleven. Daarbij kwamen
nog de belastingbetalingen en de kasgeldle
ningen aan het rijk, die - gecombineerd - dit
krappe beeld veroorzaakten. Toen was de
kans op een spoedige verruiming van de geld
markt weer verkeken. Tegenover de uitzetting
van de bankbiljettencirculatie, die voor april
op 350 a 400 miljoen gulden werd getaxeerd,
waren maar weinig betalingen van de schat
kist te verwachten.
Geen verlaging daggeldrente
De daggeldrente verliep overeenkomstig de
hierboven geschetste situatie. De bankcom-
missie kon geen aanleiding vinden deze rente
te verlagen. Toen de Nederlandsche Bank op
9 april echter de discontotarieven met 1/2 Pro~
cent verhoogde, werd het daggeldtarief over
eenkomstig verhoogd, waardoor duidelijk de
krappe geldmarktsituatie werd weergegeven.
De officiële daggeldrente werd op die dag
met een 1/2 procent verhoogd naar 5% pro
cent. Deze prijs ligt dus slechts procent
beneden de prijs die de banken bij de Neder
landsche Bank moeten betalen voor de opge
nomen voorschotten. Voorzover geld op de
markt te verkrijgen was, moest meestal de
zelfde hoge prijs betaald worden.
Uitzettingen tot oktober
Op 28 april verhoogde de Agent de condities
voor de afgifte van schatkistbiljetten. De prij
zen van de drie- en vijfjaarsbiljetten werden
elk met 3/8 procent verhoogd naar 61/2 en 67/s
279