leenbanken zijn samengesteld. De centrale
kringvergadering zal bestaan uit beheer
ders van boerenleenbanken, dat wil zeggen
evenveel bestuursleden als leden van de raad
van toezicht van een boerenleenbank, en voor
2/3 uit directeuren/kassiers. Vergis ik mij niet,
dan is het voor de eerste keer, dat op deze
wijze de werknemers van de plaatselijke in
stellingen in de persoon van de directeur of
kassier van de plaatselijke bank een eigen
stem zullen krijgen in een orgaan van inspraak
van de centrale coöperatie. Daarbij is het van
belang vast te stellen, dat de leden van de cen
trale kringvergadering, die tevens deel uit
maken van het bestuur van de regionale kring,
een eigen stem zullen uitbrengen.
Van niet minder belang is, dat de drie verte
genwoordigers, die per kring als lid van de
centrale kringvergadering zullen optreden, bij
het bepalen van hun standpunt in de centrale
kringvergadering niet gebonden zijn aan een
mandaat van hun kring.
Tenslotte valt op te merken, dat in de kring
vergaderingen het stemmental, dat per boeren
leenbank door de stemgerechtigde afgevaar
digde kan worden uitgebracht, wordt gewogen
op basis van het balanstotaal van de boeren
leenbank. Bij de uitoefening van het stemrecht
is gestreefd naar een evenwicht tussen het
grote aantal kleinere banken in onze land
bouwkredietorganisatie enerzijds en het veel
geringere aantal grotere banken anderzijds.
De plaatsvervangende leden
Voor de goede orde merk ik nog op, dat door
de in kringen ingedeelde boerenleenbanken
per kring tegelijkertijd gekozen worden drie
leden van het bestuur en drie plaatsvervan
gende leden van het bestuur van een kring
(artikel 1 lid 2 kringreglement). Het ligt in de be
doeling, dat de plaatsvervangers ook alle stuk
ken voor de vergadering ontvangen (artikel 2
lid 1, artikel 6 lid 2 reglement centrale kring
vergadering). De plaatsvervangende leden van
het kringbestuur kunnen altijd de vergaderin
gen van het kringbestuur bijwonen en daar het
woord voeren, dus ook wanneer er geen spra
ke is van ontstentenis of verhindering van een
eigenlijk lid. Naar de centrale kringvergadering
gaan de plaatsvervangers echter alleen bij ont
stentenis of verhindering van het eigenlijke lid
Tijdens de voorjaarsbijeenkomsten is er hier
en daar voor gepleit om de kringbesturen uit
zes leden te doen bestaan. Ook bij nadere
overweging is dit niet praktisch gebleken. Al
gemeen werd aan de voorgestelde oplossing
de voorkeur gegeven. Ik zou dan ook willen
voorstellen om het voorstel op dit punt te aan
vaarden en de toepassing in de praktijk daar
van af te wachten.
Autonome oproeping van kringvergaderingen
niet mogelijk
Nog een ander punt heeft tijdens de voorjaars
bijeenkomsten sterk in de belangstelling ge
staan. Ik bedoel het vraagpunt, of de kringbe
sturen moeten worden vrijgelaten om zo dik
wijls kringvergaderingen van boerenleenban
ken bijeen te roepen als het hun goeddunkt.
Ter beoordeling van dit vraagpunt moet in het
oog worden gehouden, dat de instelling van
kringvergaderingen en van een centrale kring
vergadering niet alleen een verbetering bete
kent van de inspraak van de boerenleenban
ken in de organisatie van de centrale bank.
Tenminste even belangrijk is, dat daardoor een
249