zijn, waardoor de mogelijkheden om een be drijf in pacht of in erfpacht te krijgen, worden verruimd. Met name wordt daarbij gedacht aan de mogelijkheid, dat een ondernemer een be drijf aankoopt of zijn bedrijf door aankoop ver groot en dit vervolgens aan de Grondbank doorverkoopt onder het beding van een recht van pacht of erfpacht. Voor het bijeenbrengen van het benodigde ka pitaal van de Grondbank zal - naar wij ver wachten - onder andere gekeken worden naar de centrales van de landbouwkredietinstel lingen. De werkgroep gaat ervan uit, dat in het begin een klein aantal kapitaalkrachtige instel lingen, dat geïnteresseerd is bij de gang van zaken in de landbouw, en de overheid als ver mogensverschaffers zullen optreden. Met betrekking tot de overheid merkt de werk groep op: 'Voorzover betreft het wegnemen van knelpunten bij de financiering en de ver betering van de landbouwstructuur, passen de doelstellingen van de Grondbank in het land bouwbeleid van de overheid. De werkgroep verwacht daarom dat de overheid belangstel ling zal hebben voor dit project en vertrouwt erop, dat van de zijde van de overheid daad werkelijke steun mogelijk zal zijn. Een van de mogelijkheden om deze steun te verlenen is dat de overheid ten opzichte van de Grond bank een regeling treft in dezelfde geest als zij voor de Herstelbank heeft gedaan ten tijde van de oprichting daarvan. Deze regeling hield in dat het rijk geen dividend wenste te toucheren op de zich in zijn bezit bevindende aandelen van de Herstelbank, of althans zijn dividend aanspraak wilde achterstellen en dat het rijk garant wilde staan voor de dividendbetaling op de overige aandelen. Voorts zou de werkgroep gaarne zien, dat na der wordt onderzocht in hoeverre en op welke wijze een op te richten Grondbank faciliteiten zou kunnen genieten van de zijde van de Euro pese Gemeenschappen'. Als centrale bank zijn wij bereid in samenwer king met de centrale landbouworganisaties en met de centrale bank in Utrecht te onderzoe ken of er mogelijkheden zijn tot verwezenlij king van dit voorstel. Wij gaan er daarbij van uit dat de overheid op de wijze zoals door de werkgroep voorgesteld, in de kapitaalver schaffing aan een op te richten Grondbank zal willen deelnemen en dat de Grondbank zelf zal worden vrijgesteld van vennootschapsbelas ting. Daarbij zullen alle betrokkenen wel moe ten bedenken, dat landbouwgrond een weinig rendabele zaak is en dat grondspeculatie niet de basis kan zijn voor rendementverschaffing op het aandelenkapitaal van een Grondbank. Financiering midden- en kleinbedrijf Do financiering van het niet-agrarische mid den- en kleinbedrijf is in het jaar 1968 opnieuw sterk gestegen, namelijk van 166 miljoen naar 230 miljoen gulden. De in 1966 in het leven geroepen financierings mogelijkheden op basis van overdracht van vorderingen, voorraden en inventarissen vindt steeds meer toepassing. In een aantal geval len bleek het noodzakelijk ter verkrijging van een passende financiering de aanvankelijk vastgestelde normen beter af te stemmen op de toenemende investeringsbehoeften van sommige takken van het midden- en kleinbe drijf. Bij financiering van middenstandsbedrij- ven doen de plaatselijke banken meer en meer een beroep op onze kredietconsulenten voor de middenstand. In gezamenlijk overleg tussen de desbetreffende boerenleenbank, de ge- 228

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 18