markt Hoge daggeldrente bleef Evenals in februari bleef ook in maart de offi ciële daggeldrente gehandhaafd op 5% pro cent, daarmee aangevend dat het ook deze maand niet veel beter is geweest op de geld markt. Wellicht zou er wel één dag - omstreeks medio maart - aanleiding hebben kunnen be staan om de daggeldrente iets te verlagen. Met de wetenschap echter, dat die ruimte weer snel zou omslaan, is het bij overwegen geble ven. De laatste weekstaat van de Nederlandsche Bank in februari liet niet veel ruimte voor opti mistische verwachtingen voor maart. De voor schotten bij de Nederlandsche Bank gaven een bedrag aan van 507 miljoen gulden, waar naast de banken slechts zestien miljoen gul den werksaldo aanhielden; voor de banken een negatieve start van 491 miljoen gulden. Het rijk stond er beter voor met een tegoed van 391 miljoen gulden; het zou echter wel blij ken dat deze middelen hard nodig waren. Toeneming van de bankbiljettenomloop In de laatste dagen van februari en de eerste dagen van maart veranderde er weinig voor de banken. De positie van de banken verbe terde iets en kwam zo terecht op een debet stand van 481 miljoen gulden. Dit ondanks de forse mutaties die in die paar dagen toch van zich deden spreken: de bankbiljettencirculatie nam als gevolg van de ultimo-opvragingen in die dagen toe met liefst 288 miljoen gulden tot 8. 653 miljoen gulden, wat de hoogste stand voor 1969 betekende. De geldmarktverkrap- ping die hiervan het directe gevolg was, werd weer goed gemaakt door allerlei betalingen van het rijk. Het saldo van de schatkist daalde tot 74 miljoen gulden, waardoor de positie van het rijk ook minder rooskleurig werd. Aan gezien er de volgende dagen weer grote be lastingbetalingen plaatsvonden, kon het rijk zijn schatkist weer snel verrijken. Op tien maart gaf de balans van de Nederlandsche Bank aan, dat het rijk op die manier 228 mil joen gulden had weten te vergaren en zodoen de een werksaldo had bereikt van 302 miljoen gulden. De terugkerende bankbiljetten waren voor de banken voldoende om die belastingbetalingen te kunnen opvangen. En daar was dan ook alles mee gezegd, want de toestand voor de banken bleef bedrukt. Gunstige ontwikkeling voor de banken Pas op maandag 17 maart kon de Nederland sche Bank met cijfers voor de dag komen die een heel ander beeld gaven zowel voor de banken als voor het rijk. Op die dag namelijk had het rijk de maandelijks terugkerende be- 202

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 52