pen. Wij zuilen toch moeten erkennen dat de nood buiten de grenzen hoger is dan in ons eigen land. De door verscheidene boerenleen banken geopperde gedachte past dus heel goed bij de bestaande, op de statuten geba seerde gewoonten. Zij is als het ware de ge moderniseerde vorm daarvan. Ontwikkelingshulp past ook goed bij de oude coöperatieve gedachte van onderlinge steun en hulp. Daarbij heeft wel steeds onderlinge steun in een kleine kring voorop gestaan, die ertoe leidde dat elk lid daardoor sterker kwam te staan: het was ons welbegrepen eigenbe lang dat hier een rol speelde. Men zou er ech ter verkeerd aan doen deze drijfveer te eng te interpreteren. Grondslag daarvan was en is immers het besef van solidariteit met andere leden van diezelfde gemeenschap. En is het niet zo dat de hele wereld op weg is om één gemeenschap te worden? Zeker, wij zijn nog ver van het ideaal verwijderd, maar toch wint langzaamaan het besef veld dat de wereldbe volking in wezen één gemeenschap vormt en dat wij er allen toe geroepen zijn deze als het ware in aanleg al bestaande gemeenschap tot werkelijkheid te maken. Ook dat zou men kun nen beschouwen als een gemoderniseerd ele ment van de coöperatieve gedachte. Hulp aan de landbouw Een derde punt komt daar nog bij. Onze orga nisatie heeft haar wortels in de agrarische be volking. Zij is daarmee door de traditie verbon den, ook nu nog, en een groot deel van de werkzaamheden die in onze organisatie een plaats hebben gevonden worden uitgeoefend ten behoeve van de landbouw. Kijkt men naar de ontwikkelingslanden, dan ziet men dat het overgrote deel van de bevolking daar in de landbouw werkt. Industrie is er nog van zeer weinig betekenis en voorzover zij bestaat vindt zij haar bedrijf grotendeels in de verwerking van landbouwprodukten. Ook de handel be treft voor het grootste deel de agrarische pro- duktie. Hulp aan de landbouw zou de gehele bevolking in die landen ten goede komen. Met hulp aan de landbouw wordt de actie gericht op de plaatsen waar zij het hardste nodig is. Industriële projecten zijn dikwijls meer specta culair en zullen eerder de aandacht krijgen van het publiek, maar wie werkelijk iets wil doen dat vruchten afwerpt zal in vele gevallen met kleine projecten veel goeds kunnen verrichten. Wij hebben gemeend dat de viering van ons 70-jarig bestaan een goede aanleiding was om de gedachte van ontwikkelingshulp uit te wer ken. Tot nu toe hebben wij onze jubilea ge vierd met de uitgave van geschriften over onze historie of over ons bedrijf. Wij menen dat wij ons 70-jarig jubileum nu eens niet moeten vie ren met plechtigheden of herdenkingsgeschrif- ten, maar dat wij ter gelegenheid van dit jubi leum zouden moeten beginnen met de stichting van een fonds voor hulp aan de landbouwbe volking in de ontwikkelingslanden. Aan onze algemene vergadering de taak om zich hier over uit te spreken. 160

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 10