Van hier en daar Vrijstelling registratierecht uitgebreid Los van de veranderingen in het registratie recht in het kader van de BTW, is een uitbrei ding gegeven aan de vrijstelling van registra tierecht. Het betreft hier de overdracht van on roerende goederen door de ouders aan eigen, aangetrouwde of pleegkinderen. Het gaat hier alleen om onroerende zaken die behoren tot de onderneming van de ouders, onder de voor waarde dat de onderneming door de kinderen in haar geheel wordt voortgezet. Na vragen in de Tweede Kamer hebben de bewindslieden van Landbouw en Visserij deze materie nader uiteengezet. Vrijstelling van registratierecht kan bijvoorbeeld ook worden toegepast op de latere overdracht van onroerend goed aan de kinderen, wanneer ouders hun onderneming die zij eerst zelf dreven, aan hun kinderen hebben verhuurd voordat zij deze overdragen; een en ander onder het beding dat de kinde ren na de overdracht de onderneming blijven voortzetten. Deze vrijstelling kan ook worden toegepast wanneer de onderneming zonder het onroerende goed eerst aan het kind dat de onderneming voortzet wordt verhuurd en pas later aan hetzelfde kind wordt verkocht. Ook wanneer de onderneming al door de ouders en het kind te zamen (bijvoorbeeld in maat- schapsverband) werd uitgeoefend, kan de vrij stelling worden toegepast. De overgedragen onroerende zaken dienen dienstbaar te zijn aan de onderneming van de ouders. Het woongedeelte van een winkelpand of van een boerderij zal daarom niet vrijgesteld kunnen worden. Wat de voortzetting van de onderneming door de kinderen betreft, is het niet altijd nodig dat de ouder zijn onderneming in haar geheel aan de kinderen overdraagt. De vrijstelling kan ook van toepassing zijn, wanneer van de onderne ming een gedeelte wordt overgedragen dat op zichzelf een onderneming vormt of kan vor men, mits dit gedeelte in zijn geheel door de kinderen wordt voortgezet. Verder is er sprake van voortzetting bij overdracht van een onder neming onder voorbehoud van het vruchtge bruik van het onroerend goed, bijvoorbeeld door verhuur. Voor de toepassing van de vrijstelling is het tijdstip van levering beslissend. De vrijstelling kan ook worden toegepast, wanneer een on derneming wordt overgedragen aan alle kinde ren en wordt toegescheiden aan een of meer kinderen, die de onderneming voortzetten. Met deze uitbreiding van de vrijstellingen wil men voorkomen dat de overdracht door de be lastingheffing zou worden opgeschort tot na het overlijden van de ouders, want krachtens het erfrecht is de overdracht immers al van registratierecht vrijgesteld. 127

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 33