se republiek aanwendde om haar kas te spek ken door middel van loterijen, leden schip breuk op de onwil van het publiek, dat hoege naamd geen bezwaar tegen een loterij had als het liefdadige of godsdienstige doeleinden gold, maar dat in opstand kwam tegen het idee dat de staat het spel zou gebruiken als een middel om aan geld te komen. Lange tijd heb ben de landsvaderen weerstand geboden aan de verzoeking om zich van dit middel te bedie nen 'tot stijving hunner meestal te kort schie tende geldmiddelen'. De op het laatst van de zeventiende eeuw ontstane loterijwoede, ver oorzaakt door de grote behoefte aan geld door de voortdurende staat van oorlog en de gun stige uitslag van de loterijlening, die was uit geschreven door het Engelse Parlement, schij nen de Staten Generaal te hebben bewogen het lot tot bondgenote te nemen. Bij resoluties van 8 en 23 maart 1709 stelden zij een 'negotiatie (geldlening) by forme van loterye' vast, die geschoeid was op de leest van de Engelse loterijlening. De eerste loterij voldeed zo goed, dat in augustus 1709 een tweede loterij werd uitgeschreven, die echter, zoals uit de archieven blijkt, lang niet zoveel belangstelling trok als de vorige. Na enkele moeilijkheden werd de derde 'Ge- neraliteits loterye van lijfrenten of obligatien, ter keure van de inleggers', gehouden ten be drage van een miljoen gulden. Deze loterij be stond uit 4.000 loten van 250 gulden per stuk met 650 prijzen die opliepen van 30 tot 4.000 gulden in jaarlijkse lijfrenten, en 3.350 nieten, die nog 6 procent of 15 gulden per jaar op brachten totdat ze werden uitgeloot. Uit deze negotiatien 'by forme van loterye' die door de Staten-Generaal der Vereenigde Ne derlanden in de jaren 1709 en volgende wer den ondernomen zijn het voorspel geweest tot de Generaliteits- of Nederlandse Staatsloterij. Het was een zogenaamde klassenloterij, wat inhoudt dat het vooraf bepaalde aantal loten en prijzen in series of klassen verdeeld wordt. De klassen worden met enige tussenruimte getrokken, terwijl de hoogte van de prijzen klimt met de klasse. De speler wiens lot in een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 30