Holland gevestigd is; rechts zien we de her berg 't Hof van Holland. In het midden staat het loterijkantoor waar de loten voor de Generali- teitsloterij werden verkocht, de voorloper van onze Staatsloterij. In de zeventiende eeuw was dit pand eigendom van Clement de Jonge, kunsthandelaar en uitgever van de etsen van Rembrandt, die door Rembrandt zelf werd ver eeuwigd. De erven van Clement de Jonge ver kochten het pand aan de familie Wetsteen, die in dit pand tot het midden van de achttiende eeuw een boekhandel dreven. Deze familie liet ook het Latijnse opschrift op de pui aan brengen, een toespeling op hun naam en hun beroep. In het Latijn staat er: DVM TERRITVR COS LITERATIS VSVI ET LITERIS PROSIT BONIS; wat vertaald ongeveer zo luidt: Zo lang de wetsteen (slijpsteen) slijt (dat wil zeg gen, zolang er maar gewerkt wordt), zal dat de geleerden van nut en de schone letteren tot voordeel zijn. De rode letters in deze spreuk geven, als men ze als Romeinse cijfers leest, het jaartal 1728 aan, vermoedelijk de datum waarop het huis eigendom werd van de boek handelaren Wetsteen, die ook op de gevel het portret hebben laten aanbrengen van Hugo de Groot (er staat Grotius), de geleerde die uit het slot Loevesteijn ontsnapte in een boeken kist. Het pand waar vlak boven de deur staat 'Hier wordt gecollecteerd in de Generaliteitsloterij' wordt onder de geamuseerde blikken van voorbijgangers en van gasten in beide loge menten bestormd door een groep mannen die een lot willen kopen. De man in het rode vest bij het blaffende hondje op de voorgrond is er al in geslaagd een lot te bemachtigen. Een ty pisch detail in dit schilderij is de staak met de kroon van groen en bloemen, waarin een visje bengelt. Die kroon is het teken dat er haring te krijgen was, al was het seizoen hiervoor, als we de datum op het schilderij als maatstaf ne men, al lang voorbij. Toen Ouwater dit pand schilderde in 1779 was het huis al acht jaar het eigendom van Jan de Groot, ook een boekhandelaar. Wij weten ze ker dat tussen hem en Ouwater contacten heb ben bestaan, want een Duits staatsambtenaar Baron von Knudt, die Amsterdam bezocht, schreef in zijn later gepubliceerd dagboek: 'Wij begaven ons naar de boekhandel Jan de Groot om zijn verzameling schilderijen te zien. Daaronder bevonden zich vooral veel schilde rijen van Ouwater'. Jan de Groot, die ook col lecteur van de Generaliteitsloterij was, gaf Ou water opdracht zijn pand te vereeuwigen. Het schilderstuk, dat 33,5 bij 28,5 cm meet, bleef tot 1920 in de familie en kwam via de Drees- mann-collectie in het bezit van het Rijksmu seum. Het huis waar de verkoop van de loten plaats vindt staat nog steeds overeind; het is nu Kal- verstraat nr. 10. De pui is echter niet meer ge heel intact; de gevelsteen met het portret van Hugo de Groot bevindt zich op het ogenblik in het Rijksmuseum in Amsterdam. Van ditzelf de rijtje panden bestaan nog twee waterverf schilderijen, die eigendom zijn van het Pren tenkabinet in Amsterdam. De Generaliteits- of Staatsloterij De datum die op het schilderij is vermeld, 25 oktober 1779, is de dag waarop de hier geschil derde 66ste Generaliteitsloterij van start ging. De staat had in die tijd, evenals nu, veel geld nodig, maar het belastingstelsel was nog wei nig ontwikkeld. De pogingen die de Nederland- 123

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 29