ging aanwezig zijn. Aan deze toestand komt
pas een einde wanneer de beslaglegger vol
doening geniet van zijn vordering, waardoor
het beslag kan worden opgeheven, of tenge
volge van de verklaringsprocedure, waardoor
de bank gedwongen wordt de beslaglegger uit
te betalen. De bank dient bij voorkeur schrif
telijk van de beslaglegger te horen dat het be
slag is opgeheven.
Executoriaal beslag op onroerende zaken
Het staat de beslaglegger vrij beslag te leg
gen op roerend en/of onroerend goed van zijn
schuldenaar, omdat deze volgens de wet aan
sprakelijk is voor de door hem aangegane ver
bintenissen met 'alle zijn roerende en onroe
rende goederen'. Wanneer een crediteur exe
cutoriaal beslag legt op onroerend goed en de
bank is eerste hypotheekhouder (mogelijk is
de crediteur tweede hypotheekhouder), dan
is de beslaglegger verplicht, binnen 4 dagen
het beslag per deurwaarder aan de bank te
doen betekenen. De bank, die hypotheek heeft
genomen onder het beding van eigenmachtige
verkoop (art. 1223 B.W.), heeft dan het recht
de executie over te nemen. Zij is verplicht bin
nen veertien dagen na de betekening van het
beslag haar voornemen kenbaar te maken aan
de beslaglegger. Doet zij dat niet, dan wordt
de executie door de beslaglegger voortgezet.
In dat geval heeft de hypotheekhouder geen
zeggenschap meer over het tijdstip waarop, de
plaats waar en alle mogelijke verdere genuan
ceerde omstandigheden, die uiteindelijk tot
een gunstige verkoop kunnen leiden. Een en
ander hangt ten nauwste samen met een groot
aantal feitelijke omstandigheden zodat overleg
met de afdeling Juridische Zaken over al dan
niet overnemen van de executie gewenst is.
Wanneer een bank bij uitzondering besluit de
executie niet over te nemen en wanneer ook de
beslaglegger niet tot executie overgaat, omdat
hij bijvoorbeeld een betalingsregeling met de
debiteur heeft kunnen treffen, kan het beslag
slechts eindigen door doorhaling van het be
slag in de registers van het hypotheekkantoor.
Op kosten van de debiteur wordt daartoe een
royementsvolmacht opgemaakt en door de be
slaglegger ondertekend.
De dagvaarding
De twee meest voorkomende procedures
waarbij een bank kan worden betrokken in een
geschil dat bestaat tussen een van haar cliën
ten en derden zijn de verklaringsprocedure
en de onteigeningsprocedure.
Indien een beslag is gelegd, is de beslaglegger
verplicht een verklaringsprocedure aan te van
gen tegen degene onder wie beslag is gelegd,
in dit geval de bank. Tijdens een verklarings
procedure kan en mag de boerenleenbank niet
aan de beslaglegger uitbetalen, trouwens ook
niet aan de cliënt zelf of aan iemand anders.
Een deurwaarder die een beslag betekent pro
beert wel eens, vooral wanneer het belasting
schulden betreffen, de bank tot het uitbetalen
van de tegoeden te bewegen. Dit mag de bank
echter pas doen nadat zij in de verklarings
procedure is veroordeeld tot afgifte van het
bedrag dat door de rechtbank in het vonnis
wordt vastgesteld.
De bank, de 'derde-gearresteerde', wordt ge
dagvaard voor de rechtbank en moet vervol
gens een met redenen omklede verklaring af
leggen uit welke hoofde zij tegoeden onder
zich heeft en tot welke bedragen. De beslag-
118