Een conservatoir beslag is een middel 'tot be
waring van zijn recht'; de beslaglegger moet
eerst nog een vonnis in handen zien te krijgen,
maar in afwachting daarvan kan hij reeds waar
borgen scheppen dat de vermogenstoestand
van de tegenpartij niet oncontroleerbaar ver
andert.
Conservatoir beslag
Iedere schuldeiser die beschikt over authen
tieke of onderhandse bescheiden, waaruit het
bestaan van zijn vordering blijkt, kan beslag
leggen onder derden op gelden en goederen
welke door deze derde aan de schuldenaar
verschuldigd zijn. Heeft hij geen bescheiden
dan kan hij toch beslag leggen, maar dan moet
hij eerst verlof hebben van de president van
de rechtbank.
In beide gevallen is nadere inspraak van de
rechter vereist; deze moet namelijk het be
slag van waarde verklaren. Zodra dit is ge
beurd gaat het conservatoir beslag automa
tisch over in een executoriaal. De bank onder
wie beslag heeft plaatsgevonden kan volstaan
met het aannemen van een passieve houding.
Zij blokkeert het saldo op het moment van be
slaglegging en wacht vervolgens rustig de
loop van de gebeurtenissen af, die bij een con
servatoir beslag van lange duur kunnen zijn.
De beslaglegger is na de van-waarde-verkla-
ring van het beslag - waarbij het conservatoir
beslag dus executoriaal wordt - wettelijk ver
plicht over te gaan tot de zogenaamde verkla
ringsprocedure waartoe hij de bank doet dag
vaarden.
Een beslag op onroerend goed is eenvoudiger
af te wikkelen; er valt dan niets te verklaren
omdat de rechtstoestand van het onroerend
goed publiekelijk bekend is. De bank kan na
de van-waarde-verklaring van een dergelijk
beslag niet langer passief blijven, maar moet
binnen 14 dagen beslissen of zij de nu aange
vangen executie zal overnemen.
Executoriaal beslag op roerende zaken
Executoriaal beslag op roerende zaken kan
gelegd worden onder de boerenleenbank,
onder de stichting spaarbank van de boeren
leenbank of onder beide. De stichting spaar
bank is een zelfstandige rechtspersoon, wat
betekent dat een beslag op de tegoeden onder
de boerenleenbank zich niet automatisch uit
strekt tot spaargelden die bij de stichting
spaarbank uitstaan. Onder beide rechtsperso
nen dient een schuldeiser afzonderlijk beslag
te leggen. Of dit gebeurd is kan de bank on
middellijk nagaan aan de hand van het over
handig exploit.
De schuldeiser die het beslag legt, heeft door
gaans alleen maar een vermoeden dat er te
goeden aanwezig zijn. Het belang van de cliën
ten eist dat de bank niet zonder meer inlich
tingen verstrekt. De beslaglegger of adspirant-
beslaglegger weet pas zeker of er al dan niet
gelden aanwezig zijn tijdens de verklarings
procedure.
Het gevolg van een executoriaal beslag is dat
de bank alle gelden en goederen, die zij van
een cliënt onder zich heeft, vanaf het moment
van de beslaglegging dient te blokkeren. Vol
gens de jurisprudentie is een beslag niet ver
der geldig dan het moment van beslaglegging.
Hieruit volgt dat de debiteur over al het daar
na binnenkomende kan beschikken en dat de
bank in feite alleen gehouden is de tegoeden
te blokkeren die op het moment van beslagleg-
117