als rechtsvorm van de gronduitgifte door de
Grondbank. Zij baseert deze keuze onder meer
op de volgende conclusie uit het rapport van
de studiegroep Bedrijfsfinanciering bij uitgifte
in erfpacht en eigendom van IJsselmeergron-
den:
'Wanneerhetgaat om een keuze tussen uitgifte
van bedrijven in pacht dan wel uitgifte van be
drijven in erfpacht, zijn er twee argumenten die
pleiten voor de laatstgenoemde vorm. Het eer
ste argument houdt verband met de technische
en economische ontwikkeling van de land
bouw, die de variatiemogelijkheden in het be
drijfsplan steeds groter maakt en hierin veel
ruimte laat voor de persoonlijke voorkeur en
inzichten van de individuele ondernemer. Van
wege de nauwe samenhang tussen het be
drijfsplan en de inrichting en outillage van de
bedrijfsgebouwen, is er veel voor te zeggen
dat de gebruiker van de gebouwen ook zake
lijk gerechtigde is en ais zodanig zelf de uit
rusting van de bedrijfsgebouwen kan bepalen.
Een tweede argument, dat het eerste versterkt,
is gelegen in het feit, dat de bestaande pacht-
prijsbeheersing aan partijen onvoldoende vrij
heid laat om de pachtprestatie af te stemmen
op de aard en de omvang van de ter beschik
king gestelde bedrijfsgebouwen'.
De werkgroep voegt hier als argument ten
gunste van erfpacht nog aan toe, dat de Grond
bank geen geld in gebouwen zou hoeven te
steken. Het erfpachtsrecht - met inbegrip van
het recht van opstal - zou voor ten minste 26
jaar moeten gelden.
Organisatie Grondbank
Omdat de Grondbank de gronden in beginsel
voor onbepaalde tijd verwerft, zal haar vermo
gensbehoefte van permanente aard zijn. De
bank zal voorts op korte termijn slechts ge
ringe inkomsten verkrijgen. Op grond hiervan
is de werkgroep tot de conclusie gekomen dat
de Grondbank door plaatsing van aandelen ge
financierd zal moeten worden. Overigens
merkt de werkgroep hierbij op deze bank
enigszins als een experiment te zien: er is
geen voorbeeld of vergelijkbaar instituut in
Nederland. In het experimentele stadium acht
de werkgroep de uit te geven aandelen niet
geschikt voor notering ter beurze. Voor de
aantrekking van het kapitaal denkt zij in eer
ste instantie aan instellingen die geïnteres
seerd zijn bij de gang van zaken in de land
bouw en aan de overheid. Zij voorziet echter
wel, dat bij een voortgaande stijging van de
grondprijzen en daarmee verband houdende
stijging van de erfpachtscanon het dividend
hoger zal kunnen worden. Tevens zou dan de
intrinsieke waarde van de aandelen toenemen.
Vermogensbehoefte Grondbank
De werkgroep komt tot de volgende benade
ring - die niet veel meer dan gissen wordt ge
noemd - van de vermogensbehoefte van de
Grondbank. De activiteiten van de Grondbank
zouden zich in eerste instantie richten op de
genoemde drie categorieën: vererving, be-
drijfsvergroting en aankoop van gepachte
grond met gebruikmaking van het voorkeurs
recht. Naar schatting is met het totaal van de
jaarlijkse in deze categorieën voorkomende
transacties 60.000 hectare gemoeid, wat een
vermogensbehoefte betekent van ongeveer
500 miljoen gulden. Indien wij mogen aanne
men dat van deze transacties voor 20 tot 25
procent door de landbouwkredietinstellingen
111