van de einddatum of bij eerder overlijden wordt uitge keerd, of een langlopend spaarcontract staat de spaarder bloot aan de mogelijkheid van geldontwaarding. Daardoor is de koopkracht van de op de einddatum of bij eerder overlijden ter beschikking komende guldens lager dan de koopkracht van de guldens die in de loop van de jaren gestort zijn. Dit maakt het afsluiten van langlopende spaarcontracten en kapitaal verzekeringen steeds onaantrekkelijker. De spaarders gaan zoeken naar beleggingsmoge lijkheden, die geen of minder verlies aan koop kracht in het vooruitzicht stellen. Uit deze be hoefte is het verzekerd sparen op basis van aandelen ontstaan. De grondgedachte hiervan is de verwachting dat, althans op de lange duur gezien, de waardestijging van een deskundig samengesteld en goed beheerd aandelenbezit de koopkrachtdaling van de gespaarde bedra gen kan compenseren. Een ander belangrijk punt voor de spaarder op lange termijn is de rente-opbrengst van het ge spaarde geld. Bij levensverzekeringen en bij spaarcontracten krijgt de spaarder een rente vergoeding waarvan de hoogte bij de aanvang van het contract wordt vastgesteld, doch die gedurende de gehele looptijd ongewijzigd blijft. De spaarder kan dus in het geheel niet meeprofiteren van een algemene stijging van de rentevoet tijdens de looptijd van het con tract. Bij het verzekerd sparen op basis van aandelen kan de spaarder wel van de stijging van de algemene rentevoet profiteren, omdat alle opbrengsten van het aandelenbezit - na aftrek van de kosten - aan dit bezit worden toegevoegd, waardoor de waarde stijgt. Om wie gaat het? Zoals reeds opgemerkt worden de bezwaren van de voortschrijdende inflatie en de veran deringen van de algemene rentevoet het sterkst gevoeld door spaarders die zich voor lange termijn contractueel willen verbinden om periodiek bedragen te storten. Deze spaar ders hebben belang bij verzekerd sparen op basis van aandelen. Spaarders, die aan spa ren op lange termijn (nog) niet toe zijn of die de gespaarde bedragen ter beschikking willen houden in verband met te verwachten beste dingen of met het oog op de mogelijkheid van onverwachte geldbehoefte, komen voor deze spaarvorm niet in aanmerking. Met andere woorden, de Beleggingspolis van de 7 moet harmonisch passen in het spaar- en beste dingspatroon van de spaarder. Indien er ruimte is voor sparen op lange termijn, dan is het in teressant een Beleggingspolis van de 7 te slui ten, temeer omdat deze spaarvorm ook fiscaal voordelig kan zijn. Hierover willen wij het ech ter graag een volgende keer hebben als wij wat dieper ingaan op deze voor onze banken nieuwe activiteit.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 9