emissies van de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten en van de staat al een korte
beschouwing gegeven over het renteverloop
in 1968. Onze indruk daarbij was, dat de
rentestand aan het einde van dat jaar onge
veer gelijk was aan die van begin 1968.
In de loop van het jaar steeg de rente ge
leidelijk aan om in de laatste maanden weer
naar het beginpunt terug te komen. Dit zagen
wij als een teken, dat de kapitaalmarkt zich
kennelijk aan het ontspannen was.
De uitslag van de laatste staatslening was
hieraan echter geheel tegenovergesteld. In
feite blijkt de kapitaalmarkt zich in de laatste
weken sterk te hebben verkrapt. De tender
inschrijving, die op 12 december openstond,
betrof een emissie van minimaal 225 miljoen
gulden en maximaal 275 miljoen gulden,
waarbij de rente was bepaald op 61/2 procent.
De koers van uitgifte zou - met een minimum
van 99 procent - worden bepaald na de in
schrijving waarop de respectieve inschrij
vers hun wensen zouden kenbaar maken.
Leek bij de aankondiging van deze emissie
het marktklimaat nog gunstig, sindsdien werd
de lucht alsmaar meer bewolkt. Het resultaat
van de inschrijving was bedroevend. De koers
moest op 99 procent worden gesteld. Daarbij
kon het minimumbedrag van 225 miljoen gul
den bij lange na niet uit de inschrijvingen
worden verkregen. Voor een bedrag van 95
miljoen gulden werden de rijksfondsen aan
gesproken; de gelden van deze rijksfondsen
betekenen voor de staat echter geen nieuw
kapitaal, omdat het rijk over deze fondsen al
volledig kan beschikken via de zogenaamde
voorinschrijfrekening, zodat er slechts sprake
was van een verandering van etiket.
Ziekenhuisleningen
Op 10 december stond een emissie ad 5 mil
joen gulden open ten laste van de Stichting
St. Carolus Ziekenhuis te 's-Hertogenbosch.
Acht dagen later stond de inschrijving open
op 6 miljoen gulden obligaties ten laste van
de Stichting Antonius-IJsselmonde te Rotter
dam. De voorwaarden voor beide leningen
waren gelijkluidend: 7% procent, 30-jarig
tegen een koers van 981/2 procent. De uit
slagen liepen echter sterk uiteen waaruit de
verkrapte situatie op de kapitaalmarkt goed
viel of te leiden. Was de eerste lening sterk
overtekend met als gevolg een gereduceerde
toewijzing, op de tweede lening was - vol
gens de berichtgeving - voor een zodanig be
drag ingeschreven, dat de inschrijvingen ge
heel konden worden toegewezen. Het succes
was dus duidelijk aan de matige kant.
Cijfers CBS
In 1968 is volgens de gegevens van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek een beroep
op onze openbare kapitaalmarkt gedaan voor
in totaal 2.378 miljoen gulden (in 1967 beliep
dit totaal 2.209 miljoen gulden). Aan obliga
ties werd in 1968 voor een waarde van 2.230
miljoen gulden uitgegeven (2.149 miljoen in
1967), terwijl in de vorm van aandelenemis
sies 148 miljoen gulden van de kapitaalmarkt
werd verkregen (60 miljoen in 1967).
46