Geld- en
kapitaal
markt
De bankbiljettenomloop in 1968
De 53 weekstaten van de Nederlandsche
Bank zijn slechts momentopnamen, maar zij
geven ons toch wel voldoende houvast om de
ontwikkeling op de geldmarkt in het afge
lopen jaar te bezien.
De bankbiljettenomloop is opnieuw met en
kele miljoenen guldens gestegen, en wel van
8.669 miljoen gulden eind 1967 tot 8.800 mil
joen in december 1968. De onophoudelijke
loon- en prijsstijgingen enerzijds zijn redenen
te over voor een steeds grotere hoeveelheid
bankpapier in omloop. Anderzijds zou de ont
wikkeling van het girale betalingsverkeer juist
tot tegenovergestelde conclusies kunnen lei
den. De in de loop van 1968 namelijk sterk
gestegen girale salarisbetalingen en de in
verband daarmee in groten getale geopende
privérekeningen, wettigden de veronderstel
ling, dat de behoefte aan bankpapier zou af
nemen. Daarbij komt nog, dat vele betalingen
door het openen van een privérekening giraal
kunnen plaatsvinden, eventueel met gebruik
van de al aardig ingeburgerde betaalcheque.
In feite is een en ander ook wel tot uiting
gekomen in de verhoudingsgewijs geringe
stijging van de bankbiljetten in omloop. Al
met al zien wij toch wel een stijging van deze
post.
Elk jaar opnieuw blijkt dat het record prak
tisch altijd bij de laatste weekstaat van het
jaar wordt gebroken. Per eind 1964 bijvoor
beeld gaf die weekstaat aan dat de bank-
biljettencirculatie een record had bereikt van
6.986 miljoen gulden. Een jaar later stond
het record op 7.753 miljoen gulden 767)
om eind 1966 uit te lopen tot 8.314 miljoen
gulden 561). Op 27 december 1967 was
de totale bankbiljettenomloop opgeklommen
tot 8.669 miljoen gulden 355). Per 30 de
cember 1968 tenslotte was de stand van 8.800
miljoen gulden 131) bereikt, wat deze
keer geenszins het record voor 1968 beteken
de. Dit werd namelijk begin juli bereikt toen -
volgens de balanscijfers van de Nederlandsche
Bank - de negen miljard gulden vol werden
gemaakt. In totaal kunnen wij dus berekenen
dat van eind 1964 tot eind 1968 de bank
biljettenomloop met niet minder dan ruim
1.800 miljoen gulden is toegenomen. Een niet
te verwaarlozen getal. Uit de respectieve
jaarlijkse toenamen blijkt echter wel dat de
toenamen een sterk degressief verloop heb
ben.
Goud en deviezen
Vergeleken met de bankbiljettenomloop heeft
de goudvoorraad slechts een geringe wijzi
ging ondergaan maar dan in neerwaartse
42