Van hier
Wijzigingen woningbouwsubsidieregeling
Met ingang van 1 januari 1969 worden de
subsidiebedragen voor nieuw te bouwen
huurwoningen verhoogd in verband met de
stijging van huren, stichtingskosten en exploi
tatiekosten. Huurwoningen komen evenwel
alleen voor subsidie in aanmerking als zij niet
meer dan 8,9 procent van de stichtingskosten,
exclusief de subsidie, opbrengen. De nieuwe
subsidieregeling kent een zekere beperking
van de subsidiebedragen voor de duurste
woningen. In verband met het feit dat onder
de oude regeling het bijtellen van de ver-
warmingskosten tot verlaging van de te ver
krijgen subsidie leidde, werd het aanleggen
van een centrale verwarming vaak achter
wege gelaten. Om dit tegen te gaan zal voort
aan bij de berekening van de subsidie een
bedrag van 3.000 gulden worden opgeteld
bij de stichtingskosten van de woningen die
niet meteen van centrale verwarming worden
voorzien, een maatregel waardoor het subsi
diebedrag van deze woningen vermindert. De
indeling naar gemeenteklassen is gehand
haafd met het oog op de verschillen in de
stichtingskosten. Een aantal gemeenten is in
een hogere klasse gezet.
De prijsverhoging die men door de invoering
van de BTW voor nieuwe woningen verwacht,
zal voor de eerste eigenaar-bewoner, die een
woning koopt op het tijdstip van gereedko
men, in 1969 goeddeels worden opgevangen
door het vervallen van het registratierecht in
1969. Ter verlichting van de lasten die de
subsidieverlening voor het rijk met zich mee
brengt zijn de subsidies voor de duurdere
eigen woningen enigszins verlaagd. De sub
sidie voor de eigen woning ligt thans op een
niveau dat 35 procent hoger ligt dan de
nieuwe premie voor huurwoningen. Ook hier
geldt, dat de subsidie voor de goedkopere
woningen niet zal worden verlaagd door deze
versnelde reductiefactor in de subsidietabel
len.
Voor woningen die in verband met hun stich
tingskosten niet in aanmerking komen voor
een jaarlijkse bijdrage, is het echter wel mo
gelijk gemeentegarantie te krijgen. De kosten-
grens ligt nu 15 procent (in 1968 10 procent)
boven het hoogste bedrag aan stichtings
kosten, waarbij voor een woning nog rijks
subsidie wordt gegeven.
34