vrouw aan het inventariseren zijn, terwijl de
rechtse man vol leedvermaak naar de vrouw
kijkt. Dit is typisch Jan Steen: de menselijke
gebreken schilderen en vooral de gevolgen
die zij voor de betrokkenen hebben.
De ideeënwereld van de zeventiende eeuw
Veel voorwerpen op zeventiende-eeuwse
schilderijen hebben een dubbele betekenis
Men had er behoefte aan de dingen niet
alleen in hun onmiddellijke verschijningsvorm
te zien maar ook in hun symbolische waarde.
In een boek daarover, 'Sinnepoppen' van Roe
mer Visscher, komt een plaatje voor van een
lege beurs met de uitleg, dat zolang de beurs
gespekt is, vrolijkheid heerst, maar raakt de
beurs leeg, dan kan men zijn verdriet niet
meer wegdrinken in het café en is men wel
gedwongen thuis te zitten bij een klagende
vrouw en kinderen, die huilen van de honger.
Het is heel goed mogelijk dat Jan Steen met
de lege beurs die voor de huilende vrouw
op de grond ligt, zoiets heeft willen zeggen.
De kruik in de nis rechts op de voorgrond
zou het gezegde 'De kruik gaat zolang te
water tot hij barst' kunnen weergeven, maar
helemaal zeker weten wij dergelijke dingen
nooit. Vaak wordt de uitleg aan de beschou
wer overgelaten.
Groot colorist
De geest van de werken van Jan Steen is zo
fris en levend dat zij nooit in vergetelheid zijn
geraakt. De grote populariteit die de werken
altijd hebben genoten is wel verklaard uit de
verbondenheid die het 'gewone volk' voelde
met zijn werken. Uit zijn werken spreken
geen haat en bitterheid, veeleer bespeurt men
medelijden met de menselijke zwakheden die
hij weergeeft en waarbij hij voorzichtig tot
wijsheid maant. Niet alleen om de voorstel
lingen van zijn schilderijen is hij beroemd; hij
is een colorist van de hoogste rang. Zijn
werkwijze, die in nauw contact staat met de
door hem mede-opgerichte Leidsche School,
is zeer verzorgd. Zijn kleuren, levendig door
talrijke nuanceringen, vervielen nooit tot het
gladde en soms koude aspect van zijn stad
genoten. De vele leermeesters die hij heeft
gehad, hebben geen of weinig invloed op zijn
werk uitgeoefend. Ook Arnold Houbraken
getuigt in 'De groote schouburgh' van het
meesterschap van Jan Steen met de woorden:
'Jan Steen, die altyd vrolyk van geest, doorzyn
vernuft en penceel dingen heeft konnen uit
drukken, zoo in opzicht van de natuurlyke ver
beelding, als wyze van schilderen, die ver-
wonderinge verdienen'.
26