De heer Dumont de Chassart, voorzitter van de Copa dat dr. Mansholt van de landbouw heeft ge schetst niet voor Nederland opgaat. Zo ligt bijvoorbeeld in Nederland het gemiddelde agrarische inkomen ongeveer 10 procent be neden het algemeen gemiddelde, terwijl dat in andere landen ongeveer 30 a 40 procent is. In ons land hebben slechts 22 procent van de bedrijven werk voor driekwart man (in de EEG 75 procent van de bedrijven), terwijl slechts 23 procent van de bedrijven minder dan 5 koeien heeft. Ir. Knottnerus wil de de indruk wegnemen dat de Nederlandse landbouw middeleeuws is. Niettemin is hij het met dr. Mansholt eens dat er een doeltreffend saneringsbeleid moet komen; hiermee heeft Nederland reeds lang een begin gemaakt. De voorzitter van het Landbouwschap meent echter dat voor de afvloeiing van zoveel men sen vooral aandacht zal moeten worden be steed aan herscholing, werkgelegenheid en het sociaal beleid. In verband met de prijs voorstellen zei hij, dat het hem nog niet helemaal duidelijk was hoe het beleid zou worden ten aanzien van de overblijvers in de landbouw. De Nederlandse landbouw wil zeker meewerken aan het structuurbeleid, als dit maar niet betekent dat de boeren tijdens het proces op een zijspoor van de welvaarts staat worden gezet, aldus ir. Knottnerus. COPA Dr. Mansholt heeft voor de COPA een herha ling gegeven van zijn betoog in de Ministerraad van 10 december. De voorzitter van de COPA liet op de uiteenzetting geen discussie toe omdat de voorstellen eerst dienden te worden bestudeerd. Duitse afgevaardigden verklaar den echter dat zij dit stuk zelfs niet als dis cussiestuk aanvaardden en noemden het plan economische waanzin. Soortgelijke bewoor- 21

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 37