sie en betreffen met name de vorming van producentengemeenschappen per produkt of groep van produkten. Deze gemeenschappen zouden een grote rol moeten spelen bij marktonderzoek, voorlichting, concentratie, normalisatie van het aanbod, contact met aankooporganisaties en bij de verwerkende industrie. Tenslotte zal onderzocht moeten worden welke wijzigingen of aanvullingen aangebracht zullen moeten worden in het bodemrecht (pacht en erfpacht) en welke nieuwe ondernemings vormen eventueel gecreëerd zouden moeten worden. Het valt op dat de plannen van Mans- holt uiteindelijk een stuk minder rigoureus zijn dan de eerste mededelingen van dr. Mans- holt, die kennelijk de functie van schokthera- pie hebben gehad. Het is duidelijk dat de plannen in samenhang met het markt- en prijsbeleid moeten worden gezien. In dit ver band past ook de omschakeling van het melk veebedrijf op de rundveehouderij. De term gezinsbedrijf, die in de oorspronkelijke struc- tuuropzet een grote plaats had en waarop de Duitse boeren hun landbouwfilosofie hebben gebouwd, wordt - wellicht uit politieke over wegingen - angstvallig vermeden. Financiering van het plan Mansholt Met het oplopen van de kosten van het ge meenschappelijke landbouwbeleid en met het hoger worden van de bijdragen uit de schat kisten van de zes landen steeg ook de be langstelling van de ministers van Financiën. Met het aansnijden van de structuurplannen zijn meerdere leden van de EEG-commissie en op nationaal niveau bijna alle ministers bij de landbouwhervormingen betrokken. De mi nisters van Financiën hebben echter de laat ste tijd een zeer grote rol gespeeld en zullen bij de behandeling in de Ministerraad van het door de EEG-commissie goedgekeurde plan, dit opnieuw doen. Het structuurplan zal veel geld gaan kosten. Dr. Mansholt stelt hierover, dat doorgaan op de oude voet met het markt en prijsbeleid de EEG astronomische bedra gen zou gaan kosten, en hij verwacht dat de uitgaven van het plan tussen 1973 en 1975 in totaal (structuurplan plus garantie fonds) reeds minder zullen bedragen dan de kosten van de voortzetting van het huidige beleid. Het is niet gemakkelijk om een benadering van de kosten van een dergelijk ingrijpend plan te geven omdat deze onafhankelijk zijn van een groot aantal factoren zoals onder an dere de snelheid waarmee een en ander ge beurt. De kosten van de maatregelen ter ver betering van de landbouwstructuur worden voor de komende jaren geraamd op 9 miljard gulden. Er zal werkgelegenheid geschapen moeten worden voor de jongere agrariërs, waarvoor per jaar 7 miljard gulden uitgetrok ken zal moeten worden, terwijl aan omscho- lingskosten 2 miljard gulden per jaar wordt geraamd. Men zou verwachten dat dan de na tionale inspanning ter verbetering van de land bouwstructuur zou kunnen vervallen, maar dat is toch niet het geval. Deze hebben namelijk vooral betrekking op ruilverkaveling, ontslui ting, verbetering van de ontwatering en andere cultuurtechnische werken. In totaal zal het structuur- en marktbeleid zo'n slordige 18 mil jard gulden gaan kosten. Voor Nederland zou 18

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 34