op verschillende manieren kunnen ontstaan; bijvoorbeeld op initiatief van een landbouwer ofwel door samenvoeging van een deel van het bedrijf van meerdere boeren, die voor het overige deel hun bedrijf zelfstandig voortzet ten. Deze ontwikkeling wil men bevorderen, echter zonder dwang. De volgende stap zal de oprichting zijn van moderne landbouwbe drijven. Op deze bedrijven zou de aanwen ding van arbeid, kapitaal en grond zodanig moeten zijn dat er voor de werkers goede levensomstandigheden kunnen worden gebo den. Deze 'model'-bedrijven zouden tot bij voorbeeld een soort meer-gezinnenbedrijf kunnen uitgroeien. Ook hierbij zal door de EEG geen enkele dwang uitgeoefend worden; wel zal de EEG trachten de stichting van der gelijke bedrijven te bevorderen door subsidies en kredietgaranties te verlenen, door een aanloopsteun te geven en door het verlenen van investeringshulp van gemiddeld 30 pro cent (uitgezonderd de veestapel en het rol lend materieel). Ook zal men proberen de juridische en fiscale beletselen die obstakels kunnen zijn voor deze schaalvergroting uit de weg te ruimen. Na 1975 zullen alleen derge lijke bedrijven nog gesubsidieerd worden. Andere maatregelen Naast de bovengenoemde maatregelen staan nog een aantal maatregelen ter verbetering van de produktie en de afzet. Deze zijn echter reeds vroeger voorgesteld door de commis- Boerenleenbank Soerendonk, officieel geopend 3 september 1968 17

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 33