De hernieuwde opbloei van de Nederlandse
economie kwam allereerst tot uiting in de ver
mindering van de werkloosheid en in de toe
neming van het aantal aanvragen van werk
gevers naar de bezetting van open plaatsen.
Eind 1968 lag het aantal vacatures zelfs enigs
zins boven het aantal werkzoekenden. Van
evenwicht op de arbeidsmarkt kan echter niet
gesproken worden omdat de werkloosheid
in gebieden met structureel zwakke bedrijfs
takken hoog bleef, terwijl de randstad Hol
land een blijvend gespannen arbeidsmarkt
kende. Het meest markant kwam de hernieuw
de groei tot uiting in de produktiviteit van de
arbeid, die in het afgelopen jaar, evenals
trouwens in 1967, sterk toenam. De stijging
van de lonen bleef betrekkelijk gering in ver
gelijking met de ontwikkeling in voorgaande
jaren, zodat de meeste bedrijven hun renta
biliteit konden verbeteren.
Uitbreiding van de investeringen
Op grond van de ingetreden ontspanning had
de overheid al in 1967 haar beperkende maat
regelen op het gebied van het bankkrediet inge
trokken. De daardoor in 1968 vergrote finan
cieringsmogelijkheden hebben, samen met de
uitbreiding van de winstmogelijkheden, een
sterke drang tot investeren in het leven ge
roepen, vooral ook omdat het hoge loonpeil
van de voorgaande jaren veel ondernemers
tot arbeidsbesparende investeringen nood
zaakte. Daarnaast werden de particuliere in
vesteringen in woningen gestimuleerd door
de nieuwe subsidieregelingen. De overheid
zelf tenslotte breidde haar investeringen zeer
sterk uit, vooral ook om de werkloosheid te
bestrijden.
Hoewel de besparingen van bedrijven en
gezinnen een verheugende toeneming te zien
gaven, hield de forse uitbreiding van de in
vesteringen een daling van de rentevoet
tegen. De rentevoet op de kapitaalmarkt is
het hele jaar hoog gebleven, zoals wel blijkt
uit de rendementen bij emissies van staats
leningen die zich boven 6,5 procent bewogen,
en daarmee nog iets boven het gemiddelde
van het voorgaande jaar lagen. Bij dit alles
vertoonde de lopende rekening van de be
talingsbalans een gunstige ontwikkeling in de
eerste helft van het jaar. Daarna echter teken
de zich een kentering af, die het teken zou
kunnen zijn van een komende overbesteding.
Remmende maatregelen
Aldus kwam de Nederlandse economie in de
laatste maanden van 1968 opnieuw in een
ontwikkeling die de overheid noopte tot het
nemen van remmende maatregelen. Daartoe
behoorden een discontoverhoging van de
Nederlandsche Bank en een herinvoering van
de maatregelen tot beperking van het bank
krediet. De aangekondigde invoering van een
omzetbelasting volgens het systeem van de
toegevoegde waaide per 1 januari 1969 wierp
haar schaduwen vooruit in de vorm van extra
aankopen van goederen, waarvan men vrees
de dat deze systeemwijziging tot prijsverho
ging zou leiden. De loononderhandelingen
wijzen er op dat 1969 ook op het gebied van
de loonvorming moeilijkheden in petto zal
hebben. Al met al kunnen wij constateren dat
de economische recessie slechts van korte
duur is geweest. Het snelle herstel van de
Nederlandse economie, hoe verheugend op
zichzelf ook, zal voor 1969 de noodzaak in-
3