De centrale bank bereikte
DE LEEFTIJD DER STERKEN
Op 5 december jongstleden was het precies
zeventig jaar geleden, dat door vertegenwoor
digers van tweeëntwintig plaatselijke boeren
leenbanken uit Noord-Brabant en Limburg de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank werd
opgericht. De centrale bank heeft dus de leef
tijd der sterken bereikt.
Al zal dit veertiende lustrum niet op grootse
wijze worden gevierd, geheel onopgemerkt zal
dit toch niet voorbijgaan. Daarvan getuigt dit
nummer van De Boerenleenbank. Ook zal op
de aanstaande algemene vergadering van de
centrale bank ongetwijfeld nog wel enige aan
dacht aan dit jubileum worden besteed. De ge
schiedenis van onze landbouwkredietorgani
satie is, wat de eerste vijftig jaar van haar be
staan betreft, uitvoerig beschreven in de jubi
leumuitgave, die verscheen bij gelegenheid
van het gouden feest in 1949. De periode tus
sen 1948 en 1958 is vastgelegd in een aantal
opstellen, gebundeld in Landbouw en Bankwe
zen, uitgegeven in 1959. Begin 1960 verscheen
het rapport Het landbouwkrediet in Neder
land, als resultaat van een studie van een
door de drie centrale landbouworganisaties en
de twee landbouwkredietbanken ingestelde
commissie met als voorzitter prof. Verrijn
Stuart. Secretaris was drs. W. van den Wilden
berg, die helaas in december 1960 tengevolge
van een noodlottig ongeval is overleden.
Naast een goede analyse van de bestaande si
tuatie in de land- en tuinbouw en een prognose
van de te verwachten ontwikkelingen, bevatte
het rapport een aantal conclusies en aanbe
velingen, die op het beleid van onze organisa
tie van grote invloed zijn geweest. Na 1960 be
leefde ons land een periode van een ongekend
sterke economische groei. De land- en tuin
bouw ondergingen ingrijpende wijzigingen op
het gebied van bedrijfsvormen en produktieme-
thoden. Dat ging gepaard met grote investerin
gen in grond, gebouwen en machines. Ook het
niet-agrarische bedrijfsleven, in het bijzonder
het midden- en kleinbedrijf, beleefde in deze
periode grote en snelle veranderingen in be
drijfsvoering en ondernemingsstructuur, waar
door in deze bedrijfstakken een grote behoefte
aan financieringsmiddelen bestond. Onze
bankinstelling heeft in deze ontwikkelingen een
belangrijk aandeel gehad. Zij heeft de aanpas
singen en omschakelingen in de verschillende
sectoren niet alleen mogelijk gemaakt, zij heeft
daarbij ook een stimulerende rol gespeeld.
623