NIEUWS moeten wij opmerken, dat deze afspraken al leen de aanvoer van suiker op de vrije wereld markt betreffen. Slechts een klein gedeelte van de totale wereldsuikerproduktie komt op de vrije markt. Veel exporterende landen hebben daarnaast overeenkomsten met afzonderlijke importerende landen. Zo nemen bijvoorbeeld de Verenigde Staten al hun suiker af op grond van deze bilaterale overeenkomsten en maken zij geen gebruik van de vrije markt. Daarom was het ook van weinig betekenis dat de Ver enigde Staten - waarschijnlijk uit politieke overwegingen - niet deelnamen aan de confe rentie. De houding van de EEG Van meer invloed was de houding van de Euro pese Gemeenschap. De EEG besloot al voor dat het eindstadium van de onderhandelingen was bereikt, af te zien van verdere deelname omdat het duidelijk werd dat de conferentie niet bereid was de EEG een exportquotum van 1,2 miljoen ton toe te staan. De EEG zou moe ten volstaan met 300.000 ton suikerexport. De houding van de EEG is tekenend voor de sfeer die vaak heerst bij onderhandelingen waarbij men tot een uitbreiding van de wereld goederenhandel wil komen. Hoe lijnrecht de opvattingen van de ontwikke lingslanden tegenover die van de geïndustria liseerde landen staan, hebben wij in het vorige artikel over de suiker gezien. Steeds spelen er motieven mee, die voor de ontwikkelde landen aanleiding zijn om niet of maar gedeeltelijk mee te werken aan overeenkomsten die de ontwikkelingslanden in gunstiger exportposi ties zouden brengen. Wat de EEG betreft is de moeizaam tot stand gekomen gemeenschappe lijke markt met haar ingewikkelde markt- en prijspolitiek, haar invoerbarrières en haar ex portsubsidies, voor de ontwikkelingslanden een doorn in het oog. Amerika speelt eveneens vaak safety-first en er wordt met weinig over tuiging gestreefd om het aandeel uit te breiden dat de ontwikkelingslanden hebben in de aan voer van grondstoffen op de Amerikaanse markt. De activiteiten van de GATT Bezien we de activiteiten op het gebied van de uitbreiding en vrijmaking van de wereldhandel, dan kunnen wij constateren dat deze na de oorlog veel en veelzijdig zijn geweest. Er zijn diverse besprekingen gevoerd waarbij een tweetal zaken voortdurend aan de orde waren. Tijdens de oorlog heeft de ontwikkelde wereld zelf vervangingsgoederen moeten zoeken voor produkten die voordien grotendeels uit ontwik kelingslanden kwamen, zoals suiker en rubber, omdat deze goederen door het afsnijden van de handelsverbindingen niet konden worden aangevoerd. De ontwikkelingslanden zouden graag zien dat deze zaak kon worden terugge- 667

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 49