IIET KANTOOR VAN DE ONTVANGER
UIT DE BOERENLEENBANK-KALENDER
Het tafereel
'Het kantoor van de ontvanger' luidt de titel
van het afgebeelde schilderstuk. Het stamt
uit de vijftiende eeuw. Veel meer dan de naam
- die waarschijnlijk pas later aan het paneel
is gegeven - weet men er niet van. Volgens
officiële gegevens stelt het een ontvanger
voor, die waarschijnlijk zitting houdt in het
kantoor van een wapenhandelaar. Voor die uit
leg zijn inderdaad wel argumenten aan te voe
ren. Laten wij eens kijken wat er nu precies op
dit paneel staat.
Bij een toonbank staan drie mannen. Een met
een rond hoofddeksel, die geld staat te tellen
en een ander met de in deze tijd - late middel
eeuwen/begin Renaissance - gebruikelijke
muts. Vóór hem staat een burger zonder hoed;
de vierde man van dit tafereel heeft zich omge
draaid en loopt met grote passen weg. Alle
vier dragen zij de voor deze tijd typerende
haardracht. Ook de korte mantels van de twee
figuren bij de toonbank zijn karakteristiek voor
deze overgangsperiode tussen de middeleeu
wen en de Renaissance.
Aan de muur hangen twee wapens, twee kruis
bogen; op de toonbank ligt er nog een. Dit
zou er op kunnen wijzen dat wij hier de winkel
van een wapenhandelaar binnenkijken, of
schoon de afwezigheid van de noodzakelijke
winkelvoorraad die veronderstelling tegen
spreekt. De man achter de toonbank staat geld
te tellen; daar waar de toonbank tegen de
muur staat bevindt zich een kist, waarvan het
deksel wordt opengehouden door het via een
katrol lopend gewicht. Dit zou er op kunnen
wijzen dat de man achter de toonbank regel
matig in de geldkist moet zijn en het lastig
vindt, telkens het deksel van deze kist open te
maken. Een efficiënt trekje, dat ook nu nog
waardering verdient.
De man op de voorgrond, zonder mantel,
draagt een lange stok over de schouder, waar
aan een olielamp bengelt. Dat het buiten al
donker is kunnen we zien door het getralie
de venster. In die tijd was het vaak voor
schrift 's avonds een olielamp te dragen. Een
andere uitleg zou kunnen zijn, dat het luik voor
het venster gesloten is en dat het olielampje
iets te maken heeft met het beroep dat deze
man uitoefent. Het is verwonderlijk, dat de
voeten van de lopende figuur primitiever zijn
geschilderd dan die van de twee staande man
nen. Verder valt ons op, dat zijn broek een heel
eind buiten zijn jasje steekt. De verklaring hier
voor is, dat hij een - waarschijnlijk leren -
646