ontwikkeling van Frankrijk tot een Europese natie met kernwapens, werd reeds in juni be kend gemaakt dat het door de Franse overheid op ingrijpende wijze zou worden vertraagd. Maar met daadwerkelijke bezuinigingsmaatre gelen begon de Franse regering pas nadat de Franse goud- en deviezenreserves, die in no vember 1967 nog meer dan dertig miljard fran ken beliepen, door kapitaalvlucht en door be talingen aan het buitenland met ongeveer een derde waren verminderd. Frankrijk heeft sinds mei maandenlang op te grote voet geleefd; het consumeerde, mede als gevolg van genoem de loonsverhogingen en een te ruime krediet- politiek, een te groot gedeelte van de binnen landse produktie; het voerde te veel in en het exporteerde te weinig. Vooral in de laatste we ken verwachtte men daarom vrij algemeen een devaluatie van de Franse frank. Voor de Fran sen zelf zou daardoor het buitenland duurder zijn geworden zodat de Franse invoer zou zijn afgeremd. Anderzijds zouden na een devalua tie de gestegen Franse prijzen voor het buiten land lager zijn geworden; de export en daar mee de goud- en deviezenreserves van het land zouden zijn gestegen Bovendien zou een devaluatie een einde hebben gemaakt aan de angst voor een waardevermindering van deze valuta, en daarmee aan de kapitaalvlucht. Maar president De Gaulle is er altijd trots op ge weest, dat de frank nooit meer devalueerde sinds hij deze munt in 1958 'onaantastbaar' maakte. Het lag daarom voor de hand dat hij een devaluatie nü als allerlaatste remedie zou tegenhouden zolang dat enigszins kon. Bo vendien heeft de president nog maar kort ge leden uitdrukkelijk verklaard, dat hij een der gelijke maatregel 'absurd' zou vinden. En Frankrijk devalueerde dus niet. Balie van de boerenleenbank Limbricht, geopend 5 september 1968

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 19