Boerenleenbank Lithoyen, geopend 3 juli 1968
toe te wijzen leningsbedrag zodanig krap
wordt vastgesteld dat de eerste beursnoterin
gen hoog uitvallen, zodat de instellingen, die
bij de individuele toewijzing worden overbe-
deeld, weer gemakkelijk en met winst van de
hun overtollig toegewezen stukken af kunnen?
Waarom, aldus zou men zich verder kunnen af
vragen, wordt bij deze emissies niet dezelfde
techniek toegepast, die thans met zoveel suc
ces door het ministerie van Financiën wordt
gehanteerd bij de uitgifte van staatsleningen?
Wordt het niet hoog tijd, dat niet alleen het
vraagstuk van de emissie-techniek van de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten, maar
evenzeer het gehele vraagstuk van de finan
ciering van de gemeentelijke kapitaalsuitga
ven aan de orde wordt gesteld?
Tot zover de door mr. Van Campen in Breda
naar voren gebrachte probleemstelling.
631