den en zilveren munten, een halt toe te roepen.
Als voorbeeld hiervan is de leeuwendaalder
genoemd, die drie stuivers boven zijn intrin
sieke waarde werd uitgegeven. Door de or
donnantie van 1606 werd op den duur een ze
kere stabilisatie van het muntwezen bereikt.
De Nederlandse rijksdaalder
De lichte munten uit de Zuidelijke Nederlan
den, waar de Spanjaarden nog steeds de
macht in handen hadden, drongen ook door in
het noorden en maakten daar zelfs een belang
rijk deel uit van het binnenlandse geldverkeer.
Het zwaardere geld, waaronder de grote Ne
derlandse rijksdaalder van tweeëneenhalve
gulden, werd vooral gebruikt voor de interna
tionale handel. In 1650 echter begon de grote
vraag naar handelsmunten af te nemen; daar
naast werd de rol van het Zuidnederlandse
geld in de binnenlandse circulatie steeds gro
ter. De noordelijke munthuizen keken met af
gunst naar de munthuizen van de Spaanse Ne
derlanden, die van deze gang van zaken profi
teerden. In 1659 werd een compromis gevon
den. De muntmeesters van het noorden kre
gen de gelegenheid ook het lichtere Zuidne
derlandse geld te slaan. Onder de nieuwe
stukken was de zilveren dukaat van de Repu
bliek, die weldra vanwege zijn waarde van vijf
tig stuivers algemeen bekend stond als de
rijksdaalder.
Het einde van de daalder
Tot aan de Franse invasie van 1672 voldeed de
nieuwe regeling aan de verwachtingen. Een
paar jaar onder vreemde bezetting was echter
te veel voor de provinciale en stedelijke munt
huizen. De provincies Utrecht, Overijssel en
Gelderland, de steden Kampen, Zwolle en
Groningen begonnen eigenmachtig munt te
slaan uit de situatie. Bij het uitblijven van een
algemene sanering gaven steeds meer provin
ciale en stedelijke regeringen hun muntmees
ters toestemming van de algemene wet af te
wijken. Het resultaat was een algemene munt
verzwakking, waarbij ook de Staten van Zee
land zich niet onbetuigd lieten. Deze gaven
toestemming tot het slaan van een zilveren
daalder van dertig stuivers, die veel lichter
was dan de officiële soorten. Er brak een druk
ke tijd aan voor de Zeeuwse munt, die immers
uit een pond zilver zoveel daalders kon slaan!
Ook West-Friesland, Utrecht, Overijssel, De
venter, Zwolle en natuurlijk weer Kampen za-
Zilveren vijftig sous-stuk van het koninkrijk Holland on
der Lodewijk Napoleon I, geslagen in 1808 te Utrecht.
Op de voorzijde staat het portret van de koning afge
beeld met het omschrift: NAP(oleon) LODEW(ijk) I
KON(ing) VAN HOLL(and). Deze munt is voorzien van
het kantschrift: Naam des Heeren zij geloofd. Het ge
wicht van deze rijksdaalder is 26,35 gramhet zilverge
halte bedraagt 0,912.
576