De Landbouw
en de
Begroting
In de toelichting op zijn begroting voor 1969
geeft de minister van Landbouw, ir. Lardinois,
blijk een reële kijk te hebben op de huidige en
de nog te verwachten problemen in de land
bouw. Meer dan bij de andere ministeries vin
den we hier een prognose voor de toekomstige
ontwikkeling van de landbouw, die vooral te
gen de achtergrond van de ontwikkelingen in
de EEG meer reliëf krijgt.
Uit een uitvoerig overzicht over de landbouw-
resultaten in 1967 blijkt dat deze over het ge
heel genomen niet slecht zijn geweest. Al had
de overvloedige oogst lage prijzen tot gevolg,
toch steeg de brutowaarde van de landbouw-
produktie met 6 procent, als resultaat van een
produktiestijging van 8 procent en een daling
van het gemiddeld prijsniveau van 2 procent.
Het uitvoeroverschot nam toe van 1,9 tot 2,2
miljard gulden. Hiermee neemt de agrarische
sector een zeer belangrijke plaats in op de
handelsbalans. In zijn toelichting vermeldt ir.
506
Lardinois er onmiddellijk bij, dat onder andere
de verhoogde producentenprijzen in de EEG
de oorzaak zijn van het stijgen van de bruto-
produktiewaarde en dat de toename van de ex
port mede het resultaat is van grote financiële
steun van de overheid en het EEG-landbouw-
fonds. De minister vermeldt ook dat de finan
ciering van het landbouwbeleid in de EEG een
brandende kwestie is. Dat de overheid de land
bouw steunt, ziet de minister als een logisch
onderdeel van het algemeen gevoerde sociaal-
economische beleid.
Minister Lardinois acht het in dit verband van
het grootste belang dat er dit najaar een funda
menteel debat over het EEG-landbouwbeleid
zal plaatshebben, waarbij de financiële conse
quenties hiervan zeker aan de orde zullen ko
men.
Over een aantal 'hete hangijzers' waaron
der de zuivelproblematiek en het structuur-