ZEVENDE kASSIERSOPLEIDING het duidelijkst weerspiegeld in de bankgebou wen; het bankje-in-de-voorkamer ontwikkelde zich tot een modern bankgebouw van beton en glas, dat niet zelden een lust voor het - al of niet stedebouwkundig geschoolde - oog is. De boerenleenbankorganisatie ligt als het ware op de kop van een ontwikkelingsgolf. Een gevolg daarvan is, dat de kassier/directeur van een bank niet alleen rekening moet houden met het 'heden', maar dat hij meer nog het 'straks', de toekomst, in het oog moet houden. Er zal steeds meer van hem worden geëist, niet alleen als directeur, maar ook als mens in onze organisatie. De centrale bank kan de plaatse lijke banken vooral terzijde staan door te zor gen voor het opleiden van de toekomstige staf functionarissen en door het regelmatig 'bijspij keren' van de kassiers/directeuren in de zoge naamde voorlichtingsdagen of studieweken over de jongste ontwikkelingen. Om een functie als kassier/directeur te berei ken, wat uiteindelijk toch het doel is van elke cursist, wordt van hem een flinke dosis theore tische en praktische kennis gevraagd, maar ook enthousiasme en doorzettingsvermogen. Onderdirecteur Van der Linden was ervan overtuigd dat bij alle cursisten de bereidheid aanwezig was om zich volledig voor hun studie in te zetten. Hij wenste hen dan ook veel suc ces met hun tweejarige studie, een wens waar bij de redactie zich gaarne aansluit. 529

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 31