ONDER DE Li IEP VAN DE CONSUMENTENBOND Betalingsverkeer via banken De publiciteit die de nieuwe ontwikkeling in het particuliere betalingsverkeer heeft begeleid, is voor de Consumentenbond mede aanleiding geweest om een onderzoek in te stellen naar de diensten die banken en giro-instellingen op dit terrein bieden en de condities die daarbij gehanteerd worden. In een omvangrijk artikel in het augustusnum mer van de Consumentengids zijn de resulta ten van het onderzoek gepubliceerd. De in houd van dit artikel is belangrijk genoeg om onder de aandacht van beheerders en perso neel van de aangesloten boerenleenbanken te worden gebracht. De centrale bank heeft daarom van dit artikel afdrukken aan de aan gesloten banken gestuurd. Op deze plaats willen wij volstaan met enkele kanttekeningen, die wellicht tot verheldering van de inhoud kunnen bijdragen. Met de naam 'Betalingsrekening' doet de Con sumentenbond een poging, een algemene aan duiding te geven voor een rekening die door de banken met verschillende benamingen wordt aangegeven. De naam van de Consu mentenbond is niet beter of slechter dan de meeste namen van de banken. Zij heeft even wel het voordeel, dat zij van een instantie komt, die los staat van de banken. Wanneer men bij de banken voor deze rekeningen een algemeen gebruikte naam zou invoeren, zou de naam 'Betalingsrekening' in aanmerking kun nen komen. Voorlopig houden wij het in onze boerenleenbankorganisatie bij de naam ge- zins- of privérekening. Opening van een rekening Bij het verstrekken van op naam gestelde bankgiroformulieren heeft de in het artikel ge noemde boerenleenbank geen al te best figuur geslagen. Zij mag zich dit gerust aantrekken. Rekeninghouders, die blijk geven de gezins rekening doelmatig voor hun betalingsverkeer te gebruiken, moeten toch eerder dan pas na vier maanden met goed materiaal zijn uit gerust. Cheques Met het afgeven van betaalcheques geeft de bank de rekeninghouder een dispositiemoge lijkheid in handen waarvan deze ook gebruik kan maken als het saldo op de rekening niet toereikend is. Van de rekeninghouder wordt verwacht, dat hij de dispositiemogelijkheid van de betaalcheque alleen bij voldoende saldo zal aanwenden. Dat de ene bank bij het verstrekken van betaalcheques wat meer terughoudend is tegenover nieuwe rekening houders dan een andere, is wel verklaarbaar. 440

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 6