In sneller vaarwater In het meinummer van ons maandblad meldden wij een stroomversnelling in de groei van het bedrijf van onze aangesloten banken. In het tweede kwartaal en ook in de maand Juli is die groei onverminderd doorgegaan. Wij zouden daarom nu misschien beter van een sneller vaarwater dan van een stroomversnelling kunnen spreken. In de eerste zeven maanden beliep de toeneming van de uitzettingen nagenoeg het dubbele van die in de overeen komstige periode van 1967. Deze toeneming van de groei is geheel te danken aan de uitbreiding van de uitstaande vaste voorschotten en van de effectenportefeuille. Daarentegen zijn de uitstaande kredieten in lopende rekening ten opzichte van de eindstand van 1967 gedaald. In 1967 namen zij in dezelfde periode nog toe met 10 miljoen gulden. Eind juli hebben de eigen uitzettingen van alle bij onze organisatie aangesloten banken de mijlpaal van 3 miljard gulden bereikt. In de eerste zeven maanden van dit jaar is ook de middelengroei zeer sterk geweest. In totaal stegen de aan onze banken toevertrouwde middelen met 454 miljoen gulden, wat ruim 200 miljoen gulden meer is dan in dezelfde periode van het vorige jaar. Een belangrijk deel van deze middelengroei is te danken aan de gezinsrekeningen. De overige in rekening-courant toevertrouwde middelen namen eveneens sterker toe dan in de voorgaande jaren. De deposito's buiten de stichting spaarbank, zowel de direct opvraagbare als de termijndeposito's, hebben zich in de afgelopen maanden in een toenemende belangstelling mogen verheugen. Op het ogenblik heeft het totaal van de aan onze boerenleenbanken toevertrouwde middelen de 5 miljard gulden overschreden. De hierboven geschetste ontwikkelingen hebben tot gevolg gehad dat onze banken in de eerste zeven maanden van 1968 een financieringsoverschot hadden dat in miljoenen guldens uitgedrukt aanzienlijk hoger is dan dat van 1967. In procenten van de middelengroei is dit overschot echter lager dan vorig jaar, zodat het uitzettingenper centage een stijgende tendens vertoont. Voor de rentabiliteit van onze banken is dat een gunstige ontwikkeling. Spaarbeweging in augustus Zoals uit de hiernaast afgedrukte tabel blijkt, zijn de spaaroverschotten in augustus bij de vier traditionele spaar- instellingen lager geweest dan in de augustusmaand van vorig jaar. Bij de Rijkspostspaarbank en bij de algemene spaarbanken is het verschil met vorig jaar groter dan bij de boerenleenbanken en de raiffeisenbanken. 498

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 64