De Nederlandse pluimveehouderij Tijdens een onlangs gehouden vergadering werden cijfers bekend gemaakt betreffende de totale uitvoerwaarde van de Nederlandse pluimveehouderij. Hieruit bleek dat in de eer ste zeven maanden van 1968 voor 338 miljoen gulden aan pluimveeprodukten werd uitge voerd. Dat betekent een stijging van 14 pro cent. Er werden in de eerste zeven maanden 521 miljoen stuks eieren uitgevoerd, 108 mil joen meer dan in 1967. De import van eieren steeg met 53 miljoen stuks. Nadat de eierprijzen in juni en juli, onder an dere door de grote produktie in West-Duits- land en door de lage consumptie in verband met de vakanties en de weersomstandigheden, aan de lage kant waren, is hierin nu veran dering gekomen. De oorzaken hiervan moet men zoeken in de grotere afzetmogelijkheden in het buitenland. Heel opvallend is in dit ver band de export naar Israël, een land dat vorig jaar nog miljoenen eieren tegen dumpprijzen op de Europese markt kon brengen. Hier ziet men de gevolgen van een al te snelle inkrim ping van het produktie-apparaat. De gemiddelde opbrengstprijs per kilogram eieren was gedurende het eerste halfjaar van 1968 met f 1,84 hoger dan in 1967 (f 1,78), terwijl in Frankrijk en West-Duitsland het om gekeerde het geval was. Wellicht is dit het begin van betere prijzen voor de Nederlandse pluimveeprodukten, welke overigens al voor de inwerkingtreding van de EEG-marktregeling werden verwacht. De export van slachtkuikens bedroeg in het eerste halfjaar van 1968 76.140 stuks; 20 procent meer dan in dezelfde periode van 1967. Het grootste gedeelte ging traditiege trouw naar West-Duitsland, aan welk land Ne derland 74,1 procent in de totale invoer van geslacht gevogelte leverde. Onlangs herhaal de de voorzitter van het Produktschap zijn kritiek op de instelling van een marktregelend fonds voor pluimveeprodukten in Frankrijk, dat sinds juni van dit jaar als een soort inter ventiebureau optreedt. Rentabiliteit glastuinbouw in Noord-Limburg over 1967 Uit voorlopige berekeningen van het LEI be treffende de rentabiliteit van de glastuinbouw in Noord-Limburg over 1967 blijkt, dat de be drijven gemiddeld verliesgevend zijn geweest, 489

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 55