NIEUWS politieke en sociale maatstaven rekening moe ten houden, was het gezien de druk die door de landbouworganisaties werd uitgeoefend, niet mogelijk anders te handelen. Dat zij over tuigd waren van de ondoeltreffendheid van de nieuwe regeling en van de onmogelijkheid om in die situatie betere oplossingen naar voren te brengen, moge blijken uit de nadruk die is gelegd op het overleg dat in oktober over het gehele gemeenschappelijke landbouwbeleid zal worden gevoerd. Dan zullen wellicht de mi nisters van Financiën van de diverse landen zeggen en doen wat de landbouwministers niet konden. Misschien zal dan ook blijken dat de andere partners in het economische spel, te weten de industrie en de consumenten, niet langer be reid zijn de lasten van een inefficiënte land bouwpolitiek te blijven betalen, ook al zou die sociaal verantwoord zijn. Dat bij dit gesprek nog harde woorden zullen vallen, maakt men op uit het feit dat dr. Mansholt in Duitsland op nieuw heeft laten uitkomen, dat hij het niet eens is met de structuurplannen van de Duitse regering, waarin het gezinsbedrijf een over heersende rol gaat spelen. Dr. Mansholt heeft aangekondigd dat het rapport over het struc tuurbeleid in de EEG-commissie wezenlijk zal verschillen van de Duitse inzichten. Hier liggen echter wel twee uitersten naast elkaar. In deze rubriek is al opgemerkt dat het structuurelement van het landbouwbeleid wel wat erg plotseling en erg laat bij de EEG-commissie is opgekomen. Dr. Mansholt heeft hiervoor echter een verklaring. Hij heeft in ieder geval, gezien de huidige situatie op de zuivelmarkt, wel het gelijk aan zijn kant voor wat betreft de noodzaak van meer effi ciënte produktiewijzen, gepaard met lagere opbrengstprijzen. Dit houdt in dat de boeren via schaalvergroting toch een redelijk inko men kunnen bereiken. Voor een deel van de boeren zal dit echter ook betekenen dat er geen toekomst meer voor hun bedrijf op de huidige schaal is. Via een ongevoelige sane- ringspolitiek mag en zal een en ander echter niet geschieden. Men zal geleidelijk voor een beperking van de produktie moeten zorgen ten koste van aanzienlijke bedragen. Over deze problemen zal ongetwijfeld in oktober nog uitvoerig worden gesproken. Financiering gemeenschappelijk landbouwbeleid In het bovenstaande is al naar voren gekomen dat vooral financiële problemen de gemeen schappelijke landbouwpolitiek bedreigen. Het Brusselse Landbouwfonds financiert een twee tal doeleinden. Enerzijds worden uit het fonds alle voor gemeenschappelijke rekening ko mende interventies op de diverse markten be taald. Anderzijds moeten uit het fonds ook de 487

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 53