talrijke ziekten die oogst en vee bedreigen,
en die investeren in de landbouw tot een ris
kante onderneming maken.
Gezien het feit dat het gebruik van kunstmest
bij gebrek aan werkkapitaal beperkt is, is het
niet verwonderlijk dat wisselbouw op het
ogenblik het enige doeltreffende middel is om
de vruchtbaarheid van de bodem te herstellen.
Volgens dit systeem bebouwt een boer zijn
land voor een jaar of drie, waarna hij het tien
tot twintig jaar braak laat liggen, terwijl hij een
ander stuk in gebruik heeft. Deze wijze van
bebouwen is mogelijk door de geringe bevol
kingsdichtheid, die nog geen 8 per km2 be
draagt, vergeleken met een bevolkingsdicht
heid van 375 per km2 in Nederland. Maar
wanneer men de snelheid van de bevolkings
groei bekijkt, ziet men, dat deze voor Afrika
1 procent hoger ligt dan voor Nederland, na
melijk 2,5 procent tegen 1,5 procent, waardoor
binnen afzienbare tijd de wisselbouwmethode
door de verwachte grotere vraag naar land
bouwgrond minder doeltreffend zal zijn.
In Ghana, waar de landbouw betrekkelijk zake
lijk wordt aangepakt, is ongeveer 60 procent
van de arbeidskrachten werkzaam in deze
sector, tegenover ongeveer 10 procent in Ne
derland. De opbrengst per arbeider ligt echter
beduidend lager dan in Nederland en als ge
volg daarvan is ook het inkomen per hoofd
laag, namelijk variërend van 360 tot 1.100 gul
den per jaar, vergeleken met ongeveer 6.500
gulden per hoofd per jaar in Nederland. Een
gevolg van deze lage inkomens is, dat de be
sparingen in Afrika opmerkelijk gering zijn,
daar hogere inkomens direct leiden tot een
grotere vraag naar voedingsmiddelen. Door
de gemeenschappelijke landeigendom, die met
zich brengt dat de leden van de gemeenschap
het land kosteloos kunnen verkrijgen en over
kosteloze familie-arbeid kunnen beschikken,
komen de meeste produktiefactoren en pro-
dukten van de landbouw niet op de markt. Een
indirecte belasting op landbouwprodukten is
daarom niet effectief en een directe belasting
is nog moeilijker, omdat er geen cijfers worden
bijgehouden over de inkomsten en de uitga
ven per hoofd van de bevolking. Het is daarom
niet verwonderlijk dat het gebrek aan particu
lier zowel als aan overheidskapitaal voor in
vesteringen een groot struikelblok vormt voor
de economische ontwikkeling van Afrika. Zou
er voldoende kapitaal beschikbaar zijn, dan
zou men een deskundige leiding kunnen beta
len; de infrastructuur zou ten behoeve van de
landbouw kunnen worden verbeterd en er zou
den kostbare technische vernieuwingen kun
nen worden aangebracht.
Wedijver
In de Afrikaanse landen wedijveren de land
bouw, de industrie en de dienstensector met
elkaar om het beetje kapitaal dat beschikbaar
is. Vaak vonden zowel politici als econo
men industrialisatie aantrekkelijker dan de
andere twee mogelijkheden, zoals wel blijkt uit
de ontwikkelingsprojecten voor die landen.
Het weinige kapitaal dat geïnvesteerd was,
zat volkomen vast in de industrie, waar het 4
tot 5 jaar nodig had om rendabel te worden.
De netto-opbrengst van deze politiek bestond
uit betalingsbalansproblemen, inflatie in het
land en dringende voedseltekorten.
De ervaringen van de ontwikkelde landen to
nen echter aan, dat een produktieve landbouw
458