volle tarief - dat komt bij een vol tarief van 45 procent neer op rond 34 procent in plaats van de geldende 20 procent. 'Deze wijziging', zegt de minister, 'staat in direct verband met de verzwaringen die voor de toepassing van de spaarbankvrijstelling worden voorgesteld'. Wij menen echter dat een ontwikkeling in het dienstbetoon van de spaarbanken niet als ar gument kan dienen ter verhoging van de be lasting bij andere instellingen. De door minister Witteveen bedoelde reke ningen, waarop salarissen en pensioenen worden geboekt of ten laste waarvan girale betalingen worden verricht, zijn niets anders dan de lopende rekeningen die bij de boe renleenbanken van ouds bekend zijn. Maar ook vreemd-geld-zaken en effectentransacties hebben bij onze banken altijd behoord tot het normale dienstenpakket. Wel zijn al deze zaken in omvang toegenomen. Gedurende de laatste jaren is wellicht alleen de assurantiebemidde ling als nieuw element binnengekomen. Wil men daarnaast ook de opname van de 'per soonlijke lening' als een nieuwigheid beschou wen, dan moet men evenzeer oog hebben voor het praktisch verdwijnen van het krediet dat tegen borgtocht wordt verstrekt. Kortom: het lijkt ons bepaald in strijd met de feitelijke ontwikkeling, wanneer men zou stellen dat zich bij de boerenleenbanken, wat betreft het uit voeren van nieuwe banktaken, eenzelfde ont wikkeling zou hebben voorgedaan als bij de spaarbanken. Structurele verandering Ook is niet te verdedigen dat zich bij de boerenleenbanken in de laatste jaren een diep gaande verandering zou hebben voltrokken in de verhouding tussen het spaargedeelte en het overige gedeelte van het bedrijf. De con stante verhouding tussen beide sectoren van het boerenleenbankwezen blijkt uit het hierbij afgedrukte overzicht van gegevens betreffen de onze boerenleenbanken. Men ziet daaruit dat de verhouding tussen het aantal spaar rekeningen en het aantal lopende rekeningen Spaarrekeningen en lopende rekeningen, bij boerenleenbanken, aangesloten bij de Centrale Boerenleenbank Aantal rekeningen Tegoeden in duizenden in miljoenen guldens Spaarrek. Lop. rek. Spaarrek. Lop. rek. I II III IV V VI 1950 392 38 9.6% 526,6 57,8 11.0% 1960 899 98 10,9% 1.549,9 173,5 11.2% 1964 1.414 135 9,5% 2.773,9 314,3 11.3% 1967 1.890 227 12,0% 3.965,- 448,- 11.3% II als percentage van I als percentage van IV 444

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 10