Zoals bij dit paard een van de ogen niet echt is links: Haan in brons (1963)
afgebeeld, maar alleen is gesuggereerd door rechts- Haan in steen (1963)
een gat in het hoofd, zo zijn in een volgend
beeld, de 'Dode kraai', veel meer dingen
slechts even aangeduid. Het werk is van ge
wapend beton, is ruim een meter breed en
ongeveer tachtig centimeter hoog. De kraai
ligt op de rug met de poten en de snavel naar
boven. Het dier is dood en ligt te vergaan
temidden van puin en afval. Dit rottingspro
ces, dat in beton uiteraard niet exact kan wor
den afgebeeld, is aangeduid door gaten in de
vogel, waardoorheen een stuk van de schou
der zichtbaar is. Duidelijk zijn de stenen waar
op de vogel ligt. In dit werk komen veel her
halingen voor, waardoor het de toeschouwer
lange tijd kan boeien.
In de werken van de heer Slegers is de vogel
met zijn gratie en met zijn snelle vlucht altijd
een geliefd motief geweest. Vóór de 'Expan
sie' - die hij oorspronkelijk 'Vlucht' noemde -
heeft Toon Slegers minstens vier andere
'Vluchten' gemaakt, en vrij veel afbeeldingen
van hanen en andere vogels. De 'Haan in
brons' is als haan onmiddellijk te herkennen:
men ziet de snavel, de kam, de typische hoge
borst en de strijdlustige stand op de poten.
De bronsmassa op de rug van het dier stelt
duidelijk het gefladder van de vleugels voor.
Men kan aan dit beeld zien dat Slegers nooit
helemaal 'abstract' werkt, want altijd ontleent
hij de gegevens voor zijn werken - al zijn dat
soms alleen maar onderdelen van een enigs
zins 'abstract' geheel - aan de natuur die ons
omringt.
Interessant is die 'bronsmassa': die wirwar
van vleugels op de rug van de haan. Men ziet
daar hoe dezelfde vleugels in twee verschil
lende standen zijn uitgebeeld, ter aanduiding
van de fladderende beweging die ze maken.
Men vindt dat ook in Oosterse beelden, waarin
bijvoorbeeld een dans is gesuggereerd door
dat aan een danser vier armen zijn gegeven.
De uiteenlopende standen van de twee armen
die het beeld dan aan één kant van het lichaam
heeft, is daarbij bepaald door de uiterste stan
den van de beweging. Datzelfde vindt men in
de 'Expansie', die aan de rechterzijde (de
zuidzijde) twee vleugels boven elkaar heeft:
de bij de bank geplaatste grote vogel is afge
beeld tijdens de vlucht.
Veel eenvoudiger en strakker van lijn, maar
daardoor wellicht moeilijker te herkennen, is
370