Gewijzigd beeld Spaarbeweging in juni AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS De voorschotverstrekkingen in mei zijn met f 90 miljoen bijzonder hoog geweest, ook als wij daarbij rekening houden met het feit dat de verstrekkingen in de afgelopen maanden waarschijnlijk op een structureel hoger niveau zijn gekomen. Een groot deel van de nieuwe vaste uitleningen is bestemd voor financiering van de woningbouw. De aanvragen van de agrarische sector liggen ongeveer op hetzelfde peil als in 1967. Aan aflossingen op voor schotten ontvingen onze banken in mei 26 miljoen, zodat de uitstaande voorschotten per saldo toenamen met f 64 miljoen, tweemaal zoveel als in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. De uitstaande kredieten in rekening-courant verminderden met f 15 miljoen als gevolg van seizoensinvloeden. De effectenportefeuille werd uitgebreid met f 1,1 miljoen, wat maar weinig is als men het vergelijkt met de uit breiding in de vorige maanden van dit jaar. De spaaraanwas van f 33 miljoen was f 1 miljoen lager dan in mei 1967. Behalve uit de spaargelden was er in mei een zeer grote middelenstroom uit de rekening-courantgelden. In de f 59 miljoen die hieruit binnenkwamen hadden de gezinsrekeningen ook nu weer een belangrijk aandeel. De bankdeposito's stegen met f 6 miljoen. In totaal namen de uitzettingen toe met 51 miljoen en de middelen met f 98 miljoen. Ondanks de zeer hoge voorschotverstrekkingen was er dus een financieringsoverschot van f 47 miljoen. Uit de hiernaast afgedrukte verzamelbalans blijkt, dat dit voor een groot deel ten goede kwam aan de positie van de aangesloten banken ten opzichte van de centrale bank. In de hiernaast afgedrukte tabel ziet men dat de spaaroverschotten in de maand juni 1968 over het algemeen iets lager waren dan die van juni 1967. Alleen de bondsspaarbanken vormen hierop een uitzondering. Hun spaar- resultaat was met f 61 miljoen f 4 miljoen hoger dan dat van vorig jaar. Bij de Rijkspostspaarbank was het overschot 21 miljoen, tegen f 23 miljoen in juni 1957. Ook bij de raiffeisenbanken werd in juni iets minder gespaard. Wat onze banken betreft wijzen de voorlopige gegevens er op dat het lagere overschot van juni 1968 in vergelijking met juni 1967 in juli weer geheel zal worden ingehaald. 435

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 73