1965 met ongeveer 25 procent stijgen. In 1965
werd 35 procent van de veehouderijproduktie
uitgevoerd; dit zal volgens de prognose in ver
band met het groeiende binnenlandse verbruik
teruglopen tot 32 procent. In tegenstelling tot
het voor 1975 min of meer constant blijvende
exportaandeel van zuivelprodukten en vlees,
zal de export van eieren aanzienlijk achter
blijven bij die in het verleden. De import van
veevoer zal volgens de prognose in deze
jaren met meer dan 30 procent toenemen als
gevolg van de verwachte groei van de ver-
edelingsproduktie.
Rentabiliteit Zuidhollands glasdistrict in 1967
Het Landbouw-Economisch Instituut heeft op
nieuw de uitkomsten gepubliceerd van zijn
jaarlijks onderzoek naar de financiële resul
taten in het Zuidhollandse glasdistrict. Uit de
cijfers valt af te leiden, dat de grote bedrijven
rendabeler waren dan de kleine. In het West-
land waren 37 procent en in de Kring 32 pro
cent van de bedrijven winstgevend. In beide
streken hebben de bedrijven uitgedrukt in
een percentage van de kosten, gemiddeld een
verlies. De bloemkwekerijen leverden een ge
middeld netto-overschot op van twee gulden
per honderd gulden kosten. De bedrijven die
vroege tomaten kweekten hadden eenzelfde
netto-overschot. Bij bedrijven die vroege kom
kommers en late tomaten kweekten werd een
verlies geregistreerd.
Het blijkt dat de grote stookbedrijven gemid
deld een positief resultaat bereikten, dit in
tegenstelling tot de kleinere die gemiddeld
een negatief resultaat hadden. Uit de spreiding
van de cijfers moet men evenwel concluderen
dat het verschil in bedrijfsgrootte zeker niet
de enige oorzaak is van de verschillen in be-
drijfsuitkomsten. Het gemiddeld netto-onder-
nemersinkomen (rente over geïnvesteerd ver
mogen, netto-overschot en vergoeding voor
handenarbeid) bedroeg voor het Westland
16.300 gulden en voor de Kring 13.900 gulden.
Een negatief ondernemersinkomen werd be
haald door 13 procent in het Westland en
9 procent in de Kring. Als men er van uitgaat
dat 10.000 gulden nodig zijn voor privé-uitga-
ven, dan blijkt dat 44 procent van de onder
nemers een te gering ondernemersinkomen
heeft om deze uitgaven te dekken. Het per
centage van de ondernemers dat meer dan
25.000 gulden verdiende, bedroeg in het West
land en in de Kring respectievelijk 26 en 15
procent.
EEG-varkensmarkt
Tijdens de bijeenkomst van de landbouwminis
ters van de EEG-landen eind juni, is besloten,
de basisprijs voor geslachte varkens voor de
periode van 1 augustus tot 1 november 1968
te verhogen van 266 per honderd kilogram
geslacht gewicht tot f 271,50. Deze vergoe
ding houdt verband met de per 1 augustus in
gaande verhoging van de voedergraanprijzen
voor het nieuwe graanprijsjaar. Uit de opmer
kingen van Nederlandse zijde kan men aflei
den, dat bij Nederland enige terughoudend
heid bestaat ten aanzien van een verdere op
voering van de basisprijs voor varkens.
Zoals bekend kan, wanneer de werkelijke prijs
een bepaald percentage beneden de basis
prijs blijft, overleg over interventiemaatrege
len worden geopend. Een verdere verhoging
van de basisprijs zou betekenen, dat veel meer
boeren in de EEG toch nog tot een min of meer
432