NIEUWS hoewel er voor de conserven die suiker be vatten al een gemeenschappelijke regeling bestaat. In een eerder stadium van de besprekingen waren deministers het eens geworden over de inwerkingtreding van cie gemeenschappelijke suikermarkt per 1 juli. Deze gemeenschappe lijke regeling voorziet in een basisquotum voor de verschillende landen, dat voor Neder land 575.000 ton bedraagt. Naast de genoemde regelingen is in de mi nisterraad ook overeenstemming bereikt over een aantal zaken, onder andere ten aanzien van peulvruchten en stro, die niet direct onder een van de EEG-regelingen vallen. Behoudens voor aardappelen, vlas en voor een aantal voor Nederland onbelangrijke produkten als wijn en tabak, is de EEG-commissie er nu in geslaagd, de gemeenschappelijke markt voor land- en tuinbouwprodukten tegelijk te laten ingaan met de verwezenlijking van de gemeenschappe lijke markt voor industrieprodukten. Om een en ander goed te doen verlopen heeft de mi nisterraad een aantal regelingen voor de har monisatie van de douanewetgeving en de nieu we nomenclatuur met tarieflijst goedgekeurd. Die inwerkingtreding van de gemeenschappe lijke markt moet, ondanks de pessimistische opvattingen bijvoorbeeld ten aanzien van de financiering van de landbouw en de ontevre denheid, die over enige regelingen als bijvoor beeld de zuivelregeling bestaat, toch als een prestatie van formaat worden gezien, vooral wanneer men ziet voor welke moeilijkheden en problemen de EEG-ministerraad in de afge lopen jaren gestaan heeft. Vooruitzichten voor de Nederlandse landbouw tot 1975 Het Landbouw-Economisch Instituut heeft een prognose gemaakt van zowel de produktie als de binnenlandse vraag naar de belangrijkste landbouwprodukten voor de jaren 1970 en 1975. Het LEI gaat ervan uit, dat de prijzen van landbouwprodukten wel zodanig zullen stijgen dat de agrarische inkomens zich op eenzelfde manier zullen ontwikkelen als de niet-agrari- sche inkomens. Verwacht wordt overigens wel dat de prijzen van melk, suikerbieten en tarwe achter zullen blijven bij die van gerst, maïs en rundvlees. Verder wordt verondersteld dat de landbouwer bij het samenstellen van zijn bouwplan op dezelfde manier op prijsverande- ringen zal reageren als hij dat in de jaren 1953 tot 1963 heeft gedaan. Op basis van de genoemde veronderstellin gen komt het LEI tot de conclusie, dat de pro duktie van de landbouw, vergeleken met 1965/1966, in de jaren tot 1975 met 21 procent zal stijgen (exclusief de tuinbouw). Vooral de veehouderij zal in deze stijging een belangrijk aandeel hebben. Het verbruik van landbouw produkten zal als gevolg van de bevolkings groei en de welvaartsstijging vergeleken met 431

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 69