Geld- en
kapitaal
markt
Bij de beoordeling of een vakantie al dan niet
geslaagd mag worden genoemd, wegen de
laatste vakantiedagen meestal het zwaarst.
Regent het de laatste dagen, dan is men gauw
geneigd de hele vakantie als verregend te
beschouwen.
Hetzelfde ervaart men wanneer men terugblikt
op de geldmarkt. De indruk die over de laatste
periode van het eerste halfjaar van 1968 be
staat zou bij een gevoelsmatige beoordeling
neerkomen op de meningdat de geldmarktzeer
bewolkt is geweest met slechts enige lichte
opklaringen. Dit geldt echter in feite alleen
voor de maanden mei en juni. In de eerste
vier maanden was de geldmarkt afwisselend
krap tot ruim of zelfs zeer ruim. Het is
toen voorgekomen, dat de officiële daggeld
rente diverse malen - en zelfs voor langere
duur - tot 11/2 procent werd teruggebracht,
waartegen veelal geen liefhebbers gevonden
konden worden. In de laatste maanden daaren
tegen zagen wij de daggeldrente op een veel
hoger niveau variëren, namelijk tussen 31/2 en
4% procent. Tegen de laatstgenoemde prijs
werd meestentijds geen kans gezien geld te
verkrijgen waardoor toevlucht tot de bank der
banken dan de enige oplossing bleek.
Geldmarkt krap
Vergeleken met de overeenkomstige maan
den van 1967 kunnen wij zonder meer vast
stellen, dat de geldmarkt in die periode nage
noeg onafgebroken krap is geweest. De laag
ste officiële daggeldprijs was 3 procent, welke
prijs slechts rond het midden van de maanden
januari, april en mei gold. Daarbuiten bewoog
deze prijs zich steeds op een hoger niveau.
De cijfers van de weekstaten van de Neder-
landsche Bank geven een overeenkomstig
beeld van de geldmarktsituatie. De banken
moesten in de eerste zes maanden van 1967
bijna voortdurend de hulp inroepen van de
Nederlandsche Bank. Opgenomen voorschot
ten voor bedragen van 300 tot 500 miljoen
gulden kwamen vaker voor. Banksaldi van
100 miljoen gulden of hoger waren volgens
deze weekstaten een hoge uitzondering. Het
rijk daarentegen zat bijna voortdurend ruim
tot zeer ruim in de liquiditeiten, op één uit
zondering na en wel eind juni, toen de schat
kist - vanwege de hoge betalingen aan vakan
tiegelden, graantoeslagen, uitkeringen aan
provincies voor de wegenbouw enzovoort -
zelfs even bij de bank in het krijt moest staan.
Deze benarde situatie loste de Agent van het
ministerie van Financiën snel op door de op
name van kasgeldleningen. Het rijk stelde de
prijzen zo aantrekkelijk, dat de banken er wel
aan moésten geloven.
425