De boerenleenbank van AtotZ Centrale Bank Benoemingen bij de centrale bank Bij de centrale bank heeft een nieuwe titel zijn intrede gedaan, namelijk die van afdelings directeur. Met ingang van 1 juli zijn als zodanig benoemd: drs. A. Nijssen, hoofd van de afdeling Bankzaken; drs. J. C. J. Oosterwaal, hoofd van de afdeling Accountantsdienst Boerenleenbanken; K. F. A. Roncken, hoofd van de afdeling Boerenleenbankzaken; mr. M. F. L. Zegers, hoofd van de afdeling Financieringszaken. Wij wensen de genoemde heren gaarne geluk met deze benoeming en hopen, dat zij nog lange tijd met succes als afdelingsdirecteur werkzaam zullen zijn. Boerenleenbankcursus De boerenleenbankcursus, die tot nu toe is uit gegaan van het Coöperatie-Instituut van de KNBTB, zal in september 1968 een bedrijfs- cursus van de centrale bank worden De cur sus zal daarom in het vervolg uitsluitend open staan voor hen die op een boerenleenbank werkzaam zijn. Doel van de cursus is, assistenten van boeren leenbanken in de gelegenheid te stellen naast theoretische vooral praktische kennis te ver werven van het bankbedrijf in het algemeen en van de boerenleenbank in het bijzonder. De opleiding omvat twee leerjaren, elk met circa 120 lesuren. De studievakken zijn: algemene economie en bedrijfsleer, geld-, krediet- en bankwezen, recht, belasting- en sociale wet geving, Nederlandse Handelscorresponden tie, contacttechniek, landbouwkredietwezen, spaarvormen, rekening-courant en betalings verkeer, kredietverlening, effecten- en devie- zenverkeer, administratie van de boerenleen bank en de organisatie en coöperatie in de landbouw. De lessen worden één avond per week gegeven, waarbij wordt gedacht aan Eindhoven, Breda, Tilburg, Bergen op Zoom, Roermond, Sittard, Venlo, Arnhem, Almelo, Alkmaar en Den Haag als cursusplaatsen. Om te worden toegelaten tot de cursus moet men in het bezit zijn van het ULO-diploma alsmede van het diploma Boekhouden van de Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens, of dient men te beschikken over een ontwikke ling die daaraan, naar het oordeel van de cur susleiding, tenminste gelijk kan worden ge acht. Het behoeft geen betoog dat de vorming en ontwikkeling van het personeel van groot be- 420

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 58