Van hier Nederlands Instituut voor het Bank en Effectenbedrijf Op 9 november aanstaande zal het onlangs opgerichte Nederlands Instituut voor het Bank en Effectenbedrijf officieel worden geopend. De beide landbouwkredietcentrales te Eindho ven en Utrecht behoren, samen met de Neder- landsche Bank, de Nederlandse Bankiersver eniging en de Nederlandse Organisatie van het Effectenbedrijf tot de oprichters van dit Insti tuut. De Coöperatieve Centrale Boerenleen bank is in het voorlopig bestuur vertegenwoor digd door haar directeur, de heer drs. F. P. J. Bakx. Het instituut is opgezet als een vereniging waarvan de medewerkers uit het bank- en effectenbedrijf, op uitnodiging van hun werk- gevende instelling, lid kunnen worden. De ver- eniging zal in de eerste plaats de werkzaam heden overnemen van de nu opgeheven Stich ting tot Bevordering van de studie in het Bank- en Effectenbedrijf, die gedurende meer dan twintig jaar tot de kennis van het bank wezen heeft bijgedragen door middel van de bekende tweejarige bankcursus. Ook deze cursus zal in de toekomst van het nu opge richte instituut uitgaan. Daarnaast zal het in stituut zo veel mogelijk trachten de vakkennis van de medewerkers in het bank- en effecten bedrijf up to date te houden door een aan alle belangstellenden te geven voortdurende bij scholing. Ook het tijdschrift 'Bank- en Effec tenbedrijf zal in de toekomst onder genoemd instituut ressorteren. Installatie LEI-bestuur Per 3 juli 1968 heeft de minister van Landbouw en Visserij, ir. Lardinois, het nieuwe bestuur van het Landbouw-Economisch Instituut ge ïnstalleerd onder voorzitterschap van prof. dr. F. W. J. Kriellaars, die ook lid is van de raad van toezicht van de Centrale Boerenleenbank. Het nieuwe bestuur zal bestaan uit negen le den, inclusief de voorzitter, en twee adviseurs. Vier leden zullen het ministerie van Landbouw en Visserij vertegenwoordigen. Het Land bouwschap wijst twee leden aan als vertegen woordigers van het bedrijfsleven. Het visserij schap wijst een lid aan en uit de agrarische handel en industrie zal ook een vertegenwoor diger worden gekozen. De twee adviserende leden dienen als representanten van de weten schap te worden gezien. Deze verandering in het bestuur van het LEI houdt verband met een statutenwijziging, die noodzakelijk was geworden door de grotere financiële verantwoordelijkheid die het mi nisterie van Landbouw en Visserij op zich heeft genomen. 416

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 54