gehandhaafd, maar op den duur toch zal wor den geschorst volgens hetzelfde schema. Hierdoor blijft het conjunctuur-politieke middel behouden. De regering was zekernietvan plan een keuze- recht in te stellen ten aanzien van het feit of men al of niet als ondernemer in de BTW wenst te vallen. Ook ten aanzien van de belasting heffing op textiel en schoeisel bleef de rege ring onverkort op haar standpunt staan, dat wil zeggen dat deze goederen niet opgenomen zouden worden op de lijst van goederen die naar het verlaagde tarief zouden worden be last. Ook de sterk bepleite verlaging van de BTW op de levering van onroerend goed tot acht procent vond geen genade bij de minister van Financiën. Het feit dat dit laatste de schat kist liefst 300 miljoen gulden zou gaan kosten zal hieraan zeker debet zijn geweest. Verder werd in de Memorie van Antwoord meege deeld dat de verhuurders van bedrijfspanden desgewenst als ondernemers kunnen worden beschouwd. In de in het voorlopig verslag gedane sugges ties om de egalisatieheffing voor auto's een tijdelijk karakter te geven, stuitten eveneens op bezwaren van de bewindslieden omdat dit zou betekenen dat het algemene tarief van de BTW te zijner tijd zou moeten worden verhoogd. Tenslotte behandelde de memorie de gevolgen die de invoering van de BTW zou hebben op de prijzen. Het Centraal Planbureau had vol gens de memorie berekend dat thans rekening moet worden gehouden met een prijsstijging van 1,3 procent voor consumptiegoederen. Deze prijsstijging zal tot 0,9 procent dalen in 1972. De hoogte van de prijsstijgingen zal overigens mede afhankelijk zijn van de mate 406 waarin de ondernemers de nieuwe omzetbe lasting op de oude prijzen (inclusief de oude omzetbelasting) zullen zetten. Landbouw en middenstand In de kleine ondernemersregeling werd een verfijning aangebracht die vervelende bewijs- problemen kan voorkomen. Bepaald is name lijk dat voor kleine ondernemers, van wie bij het begin van een jaar niet met voldoende zekerheid vaststaat dat zij de in de wet ge noemde grens van 1.200 gulden aan te betalen belasting niet zullen overschrijden, het vol doende zal zijn dat zij voor deze regeling aan nemelijk maken dat zij normaliter geen belas ting behoeven te betalen. De minister heeft weinig rekening gehouden met de vragen uit de diverse sectoren. Zo ook met de wensen van de landbouw. Ten aanzien van het concurrentievervalsende effect van de 12-procentsheffing op sierteeltprodukten mer ken de bewindslieden op, dat bij export de heffing geheel wordt teruggegeven en dat de concurrentie hierdoor in eigen land niet zal verhevigen. In verband met bezwaren over de landbouwregeling, zeggen de bewindslieden in de memorie, dat de landbouwers altijd kunnen kiezen voor het 12-procentstarief. Ook werd nog eens benadrukt, dat ernaar gestreefd is de voordruk voor de landbouw gelijk te maken aan het verlaagde tarief. Daarom was het vol gens de bewindslieden dan ook niet mogelijk meer goederen of diensten onder het verlaag de tarief te brengen. Reactie Landbouwschap Naar aanleiding van de geringe resultaten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 44