het volbrengen mag daarom ook een kracht toer worden genoemd. Robert Schuman, de grote voorvechter van een verenigd Europa, heeft met de oprichting van de Europese Ko len en Staal Gemeenschap de eerste stoot tot dit avontuur gegeven. Nog binnen redelijke tijd is het nu met succes bekroond. Hoe groot zijn immers de moeilijkheden niet geweest in de tijd die verstreek tussen de oprichting van de EGKS en de totstandkoming van het verdrag van Rome! Nu de douane-unie er is, zal er des te harder gewerkt kunnen worden aan de totstandkoming van een economische unie. Voor het zover is zal er nog veel wetgevende arbeid moeten worden verricht. In dit verband kan men den ken aan de harmonisatie van belastingen, van het kredietwezen, van de wetgeving betref fende het vennootschapsrecht, van de uitwis selbaarheid van de diploma's enzovoort. Ten aanzien van de diverse problemen is reeds veel werk verricht en zijn ook al wel enige resultaten geboekt, onder andere de tegen 1 januari 1970 verplichte omzetbelastinghef fing over de toegevoegde waarde, die in Ne derland al op 1 januari 1969 ingevoerd zal worden. Recente moeilijkheden in Frankrijk hebben echter doen blijken dat een land in moeilijkheden maar al te gauw terugvalt op be schermende maatregelen. Een typisch voor beeld in dit verband zijn ook de plannen van de Duitse minister Leber op het gebied van het vervoer. In Landbouw-economisch nieuws in dit num mer vermelden wij de laatste resultaten van het overleg van de ministers van Landbouw dat heeft geleid tot het tot stand brengen van de gemeenschappelijke markt voor landbouw- produkten. Bij zo'n gelegenheid vraagt men 400 zich wel eens af of de Europese markt we1 gunstig is voor de Nederlandse landbouw, gezien de moeilijkheden die de landbouw in Nederland tijdens het tot stand brengen van de gemeenschappelijke markt heeft ondervon den en ook gezien de moeilijkheden die nog te verwachten zijn. Het is in dit verband moei lijk te zeggen hoe de situatie nu geweest zou zijn als de EEG er niet was gekomen. Wel kunnen wij echter aannemen dat Neder land, dat voor zijn landbouwprodukten sterk op de export is aangewezen, grote moeilijk heden zou hebben ondervonden van invoer rechten en invoerbeperkingen bij de invoer in de diverse landen die nu met ons één markt vormen. De grote toename van de export van landbouwprodukten naar onze EEG-partners sinds de aanloop tot de EEG is begonnen, onderstreept toch wel duidelijk het grote be lang van de EEG voor de Nederlandse land bouw. Bij een sterk groeiende bevolking en een stijgende welvaart ontstaat er, zeker voor de veredelingsprodukten, een grote markt. Zou Groot-Brittannië toetreden, wat, gezien de houding van Frankrijk voorlopig zeker niet is te verwachten, dan zou over enkele jaren een grote markt van bijna 250 miljoen consu menten ontstaan. Deze markt zal volgens de reglementen vrij zijn van invoerrechten en be perkende bepalingen die de vrije concurrentie kunnen vervalsen. Een dergelijk afzetgebied zou voor alle partners aantrekkelijk zijn. De bereikte mijlpaal op 1 juli 1968 is in dit ver band vooral voor de toekomst van grote waarde.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 38