suprematisme, een zuiver abstracte en alleen
met meetkundige elementen werkende kunst.
De grote man van deze beweging was Wladi-
mir Tatlin, die reeds in 1913 zijn eerste geheel
abstracte reliëf-constructies maakte uit glas,
hout en metaal. In 1915 begon hij er mee,
deze stereometrische beelden als driedimen
sionale constructies aan draden op te hangen.
Ruimte was voor deze kunstenaars een we
zenlijk bestanddeel van het kunstwerk. Enkele
jaren heeft het constructivisme zich kunnen
handhaven als de kunst van de proletari
sche revolutie, maar toen in 1921 de nieuwe
economische politiek van Lenin begon, werd
het constructivisme als niet geschikt voor poli
tieke massa-beïnvloeding aan de kant gezet.
Lenin betitelde deze kunststroming als 'in
fantiele ongeordendheid'. Daarmee was het
machtwoord tegen de moderne beweging ge
sproken en werd het socialistische realisme
Volgens Van Dale:
Abstract: geen verband houdend met de zichtbare werkelijkheid.
Gestileerd: afgebeeld in hoofdtrekken, in een vereenvoudigde, maar karakteristieke
vorm.
Grafiek: alle manieren van weergave en vermenigvuldiging van letters en afbeeldin
gen, waarbij afdrukken worden gemaakt.
Typografie: boekdrukkunst.
Gouache: schilderstuk gemaakt met waterverf die, verdund met vloeibare gom. zo
wordt aangebracht dat de ondergrond van het papier onzichtbaar is.
Litho: steengravure.
Stereometrie: dat deel van de meetkunde dat zich bezighoudt met de eigenschappen
van figuren in de ruimte.
Futurisme: een in Italië circa 1907 ontstane richting in de schilderkunst, die een geheel
complex van indrukken en bewegingen in één beeld tracht vast te leggen, waarin vorm
en kleur in een bepaalde richting vereenvoudigd of verhevigd worden. Een kunstrich
ting die breekt met alle tradities.
Kubisme: een door Picasso in 1910 voor het eerst gepropageerde richting in de
beeldende kunst, waarbij alle vormen tot lijnen en vlakken worden teruggebracht.
Constructivisme: een richting in de bouw- en beeldende kunst die met wiskundige
vormen en onvermengde kleuren werkt.
Suprematisme (Red.): een richting in de beeldende kunst, voortgevloeid uit het con
structivisme, die nog sterker dan het constructivisme alleen het oppergezag van meet
kundige figuren erkent.
310